Na een keurig 2015 staat de Pensioenportefeuille dit jaar 2,3% in de min. Dat is echter veel minder dan de -4,8% van de AEX Total Return Index. Dat heeft uiteraard te maken met de defensieve inrichting van de Pensioenportefeuille: aandelen hebben een weging van ruim 40%. Bovendien hebben we gekozen voor relatief defensieve fondsen en ETF’s en is de blootstelling van de portefeuille aan olie-gerelateerde fondsen en aan opkomende markten zeer beperkt. Wel hebben we op 14 januari een aantal veranderingen doorgevoerd. We hebben het Yacktman Fund, het Quality USA Fund en het Rothschild Europe Value & Yield Fund verkocht, vooral vanwege de steeds moeizamere verhandelbaarheid van de fondsen. Deze posities worden overgenomen door respectievelijk de PowerShares FTSE RAFI US 1000 (ticker: PRF), de ProShares S&P 500 Dividend Aristocrats ETF en het UBS Equity European Opportunity Unconstrained Fund. De PowerShares FTSE RAFI Emerging Markets ETF hebben we op 14 januari verkocht om de blootstelling aan opkomende markten wat terug te brengen. Mede door deze mutaties is de weging van het aandelensegment in de portefeuille zo’n 5 procentpunt gedaald.
In het obligatiesegment van de portefeuille hebben we twee mutaties doorgevoerd. De ABN Amro 3,625% Covered Bond, een zeer solide obligatie met een prima coupon die echter fors in koers is opgelopen, en de iShares $ High Yield Corporate Bond ETF, zijn verkocht. We willen onze blootstelling aan Amerikaanse leningen uit het olie- en gassegment terugbrengen en hebben daarom Amerikaans high yield voor Europees high yield ingewisseld en hebben op 14 januari de iShares Euro High Yield Corporate Bond ETF in portefeuille genomen.
Verreweg het best presterende deel van de portefeuille was goud, dat we aanhouden in de vorm van de SPDR Gold Shares ETF. Samen met onze cashpositie van ruim 39% vormt dit een buffer tegen (aanhoudende) marktonrust, die voor ons niet echt verrassend was.