Op de internationale energiemarkten klom de prijs van een vat ruwe olie vorige week naar het hoogste niveau sinds november 2014. West Texas Intermediate (WTI) en Brent flirtten met de grens van respectievelijk $70 en $75. Dit brengt de stijging sinds begin deze maand op bijna 10%. De forse toename is het gevolg van een samenloop van omstandigheden. Saoedi-Arabië staat naar eigen zeggen niet afkerig tegen een verdere klim van de olieprijs richting $80-100 en lijkt alvast op korte termijn niet van plan om de productiecapaciteit te verhogen. De output van het OPEC-kartel lag in maart op het laagste peil in 11 maanden. Dit was het gevolg van geplande productieverminderingen maar ook met de problemen in Venezuela. Het surplus tegenover de gemiddelde voorraadniveaus van de voorbije 5 jaar is intussen teruggevallen naar amper 10 miljoen vaten tegenover nog 340 miljoen begin 2017. In de Verenigde Staten zijn de voorraden ruwe olie en olieproducten zelfs voor het eerst sinds 2014 onder het vijfjaars gemiddelde teruggevallen.
Verdere verkrapping niet onmogelijk
Ook de oplopende geopolitieke spanningen in het Midden-Oosten spelen een rol bij de klim van de olieprijs. Voor 12 mei moeten de VS beslissen of ze al dan niet nieuwe economische sancties tegen Iran zullen invoeren. Als dit gebeurt, dreigt het aanbod nog verder te verkrappen. In de VS is het aantal operationele boorplatformen, een indicator voor de toekomstige productie, intussen wel opgelopen naar het hoogste niveau sinds maart 2015.