Meer vrouwen op de arbeidsmarkt is niet alleen goed nieuws voor het bbp, maar ook voor de beurs. Onderzoek laat zien dat bedrijven met een evenwichtiger man-vrouwverhouding structureel beter presteren. Toch blijft de financiële sector opvallend achter.
In Nederland neemt het aantal vrouwen zonder eigen salaris steeds verder af. Het CBS berichtte vorige week dat 6% van de vrouwen tussen 15 jaar en de AOW-leeftijd geen eigen inkomen of uitkering heeft en ook geen onderwijs volgt. Tien jaar geleden lag dat percentage nog op 10%. Die ontwikkeling is een belangrijke reden dat de economische groei niet helemaal tot het nulpunt is teruggevallen.
Hoewel de link tussen economische groei en aandelenrendement een heel wankele basis heeft, is de trend toch gunstig voor beleggers. De man-vrouwverhouding op de werkvloer komt namelijk wat meer in evenwicht. Een hele berg studies wijst erop dat dit bijdraagt aan de financiële prestaties van een bedrijf. Zo constateert Barclays Simpson dat organisaties met grotere gender- en etnische diversiteit in hogere leidinggevende lagen doorgaans beter presteren dan sector- of landgemiddelden, onder andere in termen van winst, groei en risicomanagement.
Vergrootglas
Er zijn weinig sectoren waar de financiële prestaties zo sterk onder een vergrootglas liggen als bij banken, verzekeraars en andere financials. Juist deze branche heeft het enorm moeilijk met het aantrekken van vrouwelijk talent. Van Lanschot Kempen heeft zich bijvoorbeeld tot doel gesteld dat vrouwen in 2029 minstens 30% van de ‘senior staff’ vormen. Volgens het jaarverslag over 2024 kwam dat percentage vorig jaar uit op 21%. Een jaar eerder was dat nog 19%. Ook onder meer ASR, ABN Amro en ING hebben concrete doelstellingen voor minstens 35 tot 40% vrouwen in het midden- en/of topmanagement. Maar de praktijk wijst erop dat die lat best wat hoger gelegd kan worden.
Tijdens het trendpanel van Fund Seminar benadrukte Frederik Kalff, directeur van Delen Private Bank, bijvoorbeeld dat hij maar wat graag veel meer vrouwen zou aannemen. In de eerste plaats zou dat helpen om een betere weerspiegeling van de doelgroep te krijgen. Het overgrote deel van het financieel vermogen is immers in handen van babyboomers. Omdat de gemiddelde levensverwachting van vrouwen duidelijk hoger is dan die van mannen, gebeurt het maar al te vaak dat vrouwen in dit segment de financiële teugels in handen hebben. Volgens het McKinsey-rapport The New Face of Wealth: The Rise of the Female Investor beheersen vrouwen momenteel ongeveer een derde van alle retail-financiële activa in de EU en de VS. Dat percentage groeit in 2030 naar 40-45%.
Imagoprobleem
Maar om meer vrouwen aan te trekken, moet de financiële sector eerst afrekenen met een enorm imagoprobleem. De branche heeft een uitgesproken mannelijk imago, met lange werkdagen en een competitieve sfeer. Er zijn nog weinig vrouwelijke rolmodellen en onbewuste voordelen creëren een bias in werving en promotie: het old boys network. Daarnaast blijkt uit studies dat relatief weinig vrouwen kiezen voor studierichtingen zoals financiële economie, bedrijfskunde en quantitative finance, wat de instroom naar hoge en technische functies beperkt (de ‘pipeline problem’).
In de tussentijd hebben financiële ondernemingen die er wel in slagen om vrouwen aan zich te binden een duidelijk streepje voor. In de ‘Diversity Leaders’ die onderzoeksfirma Statistica onlangs samenstelde, gooien onder meer NN Group, Citigroup en HSBC hoge ogen. Toeval of niet: alle drie de bedrijven verdienen al langere tijd een koopadvies.
