De toonaangevende internationale beurzen zetten hun opmars afgelopen week door. Beleggers waren goed geluimd vanwege een solide Amerikaans arbeidsmarktrapport en overwegend sterke kwartaalresultaten.
Weliswaar kwam de banengroei in april wat lager uit dan verwacht, het cijfer in de voorgaande maand werd opwaarts bijgesteld. Per saldo blijft de arbeidsmarkt in de Verenigde Staten sterk. De werkloosheid daalde van 4,1% naar 3,9%, het laagste niveau sinds eind 2000. Een nieuwe renteverhoging in juni is zo goed als zeker. Teleurstellende inflatiecijfers uit de eurozone vergroten juist de kans dat de ECB langer doorgaat met het opkopen van obligaties.
Franse banken stellen teleur
Dat steunde de pan-Europese Stoxx 600, die over de vijf handelsdagen tot en met maandag 1,3% wist bij te schrijven. In Europa was de Duitse DAX de uitblinker met een winst van 2,7%, geholpen door goede kwartaalcijfers van Infineon (+10,5%), Fresenius (+4,2%) en Bayer (+3,8%). De CAC 40 bleef duidelijk achter en eindigde slechts met een kleine plus van 0,2%. Zwakke resultaten van de Franse banken Société générale (-7,0%) en BNP Paribas (-2,5%) wogen op de index. Verzekeraar AXA daalde met ruim 4% maar dat kwam grotendeels doordat het dividend van de koers afging.
In New York was vooral de technologiesector in trek; de Nasdaq eindigde 2,8% hoger. Zwaargewicht Apple was met een koersspurt van 12% de uitblinker, nadat de producent van iPhones meevallende cijfers presenteerde en bekend werd dat Warren Buffett nog meer aandelen heeft ingeslagen. De breed samengestelde S&P500 deed het met een winst van 0,9% rustiger aan. Sterkste daler was bouwbedrijf Fluor, dat na een onverwacht kwartaalverlies een kwart van zijn beurswaarde verloor.