Sinds twee jaar doet high yield zijn naam weer eer aan, want beleggen in de meer risicovolle bedrijfsobligaties biedt een aantrekkelijk inkomen. De strijd tussen high yield en hoog dividend laait op.
Wie een aantrekkelijk inkomen uit zijn of haar beleggingen wil behalen, kan daarvoor zowel op de aandelen- als obligatiemarkt terecht. Aandelen met een hoog dividendrendement zijn hiervoor immers geschikt maar ook obligaties – en dan vooral de meer risicovolle high yieldleningen – hebben een rol te spelen.
Welke van de twee het meest aantrekkelijke inkomen biedt, verandert door de tijd heen. De uitkeringen van een ETF met risicovolle bedrijfsleningen leverden beleggers eind 2018 bijvoorbeeld een inkomen op van 3,7%. Dat was minder dan het dividendrendement van 4% van onze destijds een half jaar oude Hoogdividendportefeuille.
De terugkeer van high yield
Maar tijden veranderen. Individuele leningen hebben weliswaar in de meeste gevallen een vaste coupon maar high yield-ETF’s volgen een index waarin honderden leningen met verschillende looptijden zijn opgenomen. Afgeloste leningen worden vervangen door leningen met een andere coupon. Dat proces leidt, met enige vertraging, tot een geleidelijke verandering van de gemiddelde coupon waar de uitkering van de ETF uit wordt betaald. Tien jaar geleden lag de gemiddelde coupon van de Bloomberg Euro High Yield index op 5,5%. Daarna volgde een jarenlange daling tot slechts 3,5% eind 2021. Pas na de zomer van 2022 sloeg de gemiddelde coupon de weg omhoog weer in en is weer opgelopen tot 5%.
Deze trends hebben gevolgen voor het inkomen dat beleggers in high yield-ETF’s ontvangen. Dat wordt duidelijk in de grafiek waarin de uitkeringen van de bekende iShares € High Yield Corp Bond ETF (ticker IHYG) zijn weergegeven. In 2012 was de uitkering twee keer zo groot als in 2021. De uitkering van €5,09 in dit jaar geeft deze ETF een uitkeringsrendement – vergelijkbaar met een dividendrendement – van 5,5%. Dat is ruim een procentpunt hoger dan het dividendrendement van onze Hoogdividendportefeuille en daarmee zijn high yieldleningen weer een echte concurrent voor hoogdividendaandelen.
Waarom hoogdividendaandelen toch de voorkeur houden
Toch zijn er drie argumenten die nog wel in het voordeel van de hoogdividendaandelen spreken. Om te beginnen de kwaliteit van de bedrijven. Het high yieldsegment wordt bevolkt door financieel minder solide bedrijven. Van de 22 aandelen uit de Hoogdividendportefeuille hebben er twintig de – hogere – investment grade rating. Twee aandelen hebben geen credit rating, Aperam en Intertek, maar zeker laatstgenoemde is absoluut van investment gradeniveau. De balanskwaliteit van onze hoogdividendaandelen is dan ook van beduidend hoger niveau dan die van de high yieldbedrijven.
Daarnaast is de waardering van de aandelen uit de Hoogdividendportefeuille – met uitzondering van misschien BAE Systems en IBM – schappelijk. Bij high yieldleningen is de risico-opslag een belangrijke waarderingsmaatstaf. Deze risico-opslag ligt op het laagste niveau van de afgelopen acht jaar. En hoewel risico-opslagen lang op dit soort niveaus kunnen blijven is de waardering van het euro-highsegment niet bijzonder aantrekkelijk.
Het laatste voordeel van hoogdividendaandelen is dat de koersen door de jaren heen doorgaans stijgen terwijl het opwaarts potentieel van obligaties – die immers weer op 100 worden afgelost – beperkt is. Daarmee slaat de balans voor inkomensbeleggers wat mij betreft nog door naar hoogdividendaandelen maar high yield is wel weer een serieus te nemen concurrent.