De statistieken zijn veelzeggend met ruim vijftig aandelen die een jaarlijks dividend betalen (meestal in mei) en zo’n twintig aandelen met een halfjaarlijks dividend.
Tot slot is er ook nog een handjevol kwartaalbetalers, waarvan eigenlijk alleen Shell en Unilever serieuze beleggingen zijn. Wat dat betreft is het verschil groot met vooral de Verenigde Staten, waar vrijwel elk aandeel per kwartaal uitkeert.
In Europa komt het Verenigd Koninkrijk, waar veel aandelen een halfjaarlijks dividend betalen, nog het dichtst in de buurt van de VS.
Een kwartaaldividend is helemaal zeldzaam in Europa, en wordt in de regel vooral door financials en oliegerelateerde bedrijven uitgekeerd. Bekende kwartaalbetalers zijn naast Shell en Unilever onder meer Total, GlaxoSmithKline, Barclays, Santander en BP.
Een opvallende nieuwkomer dit jaar is de Britse sigarettenmaker Imperial Tobacco, die onlangs overstapte van een halfjaarlijks naar een kwartaaldividend.
In Nederland schroefde zoals gezegd Wolters Kluwer dit jaar de dividendfrequentie op, met de betaling van een eerste interim-dividend van €0,18 eind september, in mei volgend jaar gevolgd door het (hogere) slotdividend.
Als reden noemt Wolters ‘het beter afstemmen van de dividendbetalingen met de cashflowgeneratie’, wat natuurlijk niet meer dan logisch is en voor veel meer bedrijven zou moeten gelden (vergelijk het met een maandelijkse salarisbetaling).
Wolters werd eind 2014 al voorafgegaan door Unibail-Rodamco, en nieuwkomers als NN Group, Grandvision en Flow Traders zijn direct gestart met een halfjaarlijks dividend. Dat is een goede ontwikkeling, die absoluut navolging verdient.
Tekst: Menno van Hoven, september 2015
Deze bijdrage is afkomstige uit het Dividend E-magazine van oktober.