De G20-landen zijn overeengekomen om elkaar te raadplegen over het te voeren valutabeleid en daarmee een soort valutaoorlog te voorkomen. Het is natuurlijk een goed streven, en het klinkt heel mooi, maar we zijn vooralsnog sceptisch of het voornemen ook daadwerkelijk in de praktijk wordt uitgevoerd. De recente devaluatie van de Chinese yuan door de monetaire autoriteiten en de renteverlagingen her en der in de wereld geven aan dat tot op heden coördinatie ver te zoeken is.
Het is in deze en andere rubrieken al uit den treure besproken; landen voeren een beleid waarmee doelbewust de eigen valuta in waarde wordt verminderd om de eigen economie te stimuleren. Het grote probleem is dat dit nadelig is voor andere landen, en als alle landen hetzelfde gaan doen ontstaat er een soort ‘ik niet, dan niemand niet’-situatie waar uiteindelijk niemand beter van wordt. Dit willen de G20-landen voorkomen. Het is te betwijfelen of ze daar geheel in slagen. Centrale bankiers in bijvoorbeeld Japan en Europa zitten met het probleem dat er van ze verwacht wordt dat ze de economie aanjagen, maar dat dit de afgelopen jaren niet is gelukt. Een van de tot op heden favoriete middelen onder centrale bankiers, monetaire verruiming, kan eigenlijk niet uitgebreid worden als de bankiers niet tegen het voornemen van de G20 willen handelen; verdere verruiming komt namelijk meestal neer op verlaging van de waarde van de eigen valuta.
De algemene verwachting is dat er ook verdere monetaire verruiming aangekondigd zal worden
Volgende week wordt het al spannend; de Europese centrale bank (ECB) zal donderdag 10 maart het rentebesluit bekendmaken. De algemene verwachting is dat er ook verdere monetaire verruiming aangekondigd zal worden. Als die er daadwerkelijk komt, betwijfelen we of het G20-voornemen over afstemming van het valutabeleid levensvatbaar is. Als de ECB niet met verruiming komt, zal dat waarschijnlijk leiden tot onrust op financiële markten; lagere aandelenkoersen, hogere rentes en een hogere waarde van de euro. Wij hebben al een tijd geen geschikte valutapositie kunnen vinden omdat we de risico’s op plotselinge grote koersbewegingen als gevolg van dit soort gekonkel te groot vinden. Helaas is dat nog steeds zo.