Ruim vijftien jaar geleden werden vier Zuid-Europese landen nog weinig vleiend ‘PIGS’ genoemd. Maar hun reputatie is helemaal veranderd, niet alleen op de obligatiemarkt, maar ook op de aandelenmarkt.
Trends op de financiële markten gaan vaak gepaard met of worden zelfs versterkt door een pakkend acroniem. Jarenlang werden beleggers enthousiast gemaakt over het investeren in opkomende landen met de term BRIC, waarmee het kwartet Brazilië, Rusland, India en China werd aangeduid. Later kwam daar Zuid-Afrika nog bij, waardoor BRIC werd uitgebreid tot BRICS (de ‘S’ van South Africa). Zuid-Afrika maakte voor zijn promotie naar de BRICS deel uit van een andere groep van iets kleinere economieën van opkomende landen, de CIVETS (samen met Colombia, Indonesië, Vietnam, Egypte en Turkije).
CIVETS sloeg in tegenstelling tot BRICS echter niet erg aan. Maar de FANG en later FAANG, waarmee de grote Amerikaanse technologie-aandelen als Facebook, Amazon, Netflix en Google – en later ook Apple – werden wel populair en kregen een zelfs een eigen index, de FANG+. Een opmaat naar de inmiddels beruchte Magnificent 7. Deze acroniemen en benamingen waren complimenteus of in ieder geval nog neutraal.
Dat gold echter niet voor PIGS. Deze weinig vleiende aanduiding voor de landen Portugal, Italië, Griekenland en Spanje werd al in de jaren negentig gebruikt, maar raakte pas echt in zwang tijdens de eurocrisis die eind 2009 begon. Destijds moest deze wankele periferie van de eurozone worden gered door de harde eurokern van Frankrijk en vooral Duitsland (met een bijrol voor Nederland). Inmiddels is dit beeld helemaal veranderd en dat wordt nergens zo duidelijk als in de acties van de kredietbeoordelaars.
Kredietbeoordelingen verschuiven in Europa
Vrijdag 12 september verlaagde kredietbeoordelaar Fitch de kredietwaardigheid van Frankrijk van AA- naar A+ waarna de vrijdag erop ook nog een verlaging door Morningstar DBRS volgde. Eerder al kreeg zowel Spanje als Portugal juist een opwaardering van respectievelijk Standard & Poor’s en Fitch. En als klap op de vuurpijl verhoogde Fitch op dezelfde dag de credit rating van Italië van BBB naar BBB+.
De acties van de kredietbeoordelaars waren al vooraf gegaan door de ontwikkeling in de tienjaars-rente van de verschillende landen. Dit jaar is de Franse rente met 36 basispunten gestegen – de Duitse zelfs met ruim 38 basispunten – terwijl de Italiaanse tienjaarsrente vrijwel ongewijzigd is gebleven ten opzichte van eind 2024. Daarmee is nu ook de Italiaanse tienjaarsrente onder de Franse evenknie gedaald. Griekenland, Spanje en Portugal waren Italië in dit opzicht al voor gegaan ondanks dat de tienjaarsrente in deze landen duidelijk sterker opliep dan in Italië maar dan wel weer minder sterk dan in Frankrijk én Duitsland.
Fitch noemde onder meer een groeiend track record van begrotingsdiscipline en een stabiel politiek klimaat als reden voor de verhoging van de Italiaanse rating. Begrippen die al enige tijd absoluut niet meer van toepassing zijn op Frankrijk en dat waarschijnlijk ook niet snel meer zullen worden.
Ook op de aandelenbeurs presteren de voormalige PIGS dan ook veel beter dan Frankrijk (en zelfs Duitsland). En gezien de nog altijd onrustige politieke situatie en het gebrek aan zicht op verbetering van het begrotingstekort en de schuldpositie, blijft de onzekerheid boven de Franse financiële activa hangen. De ‘revanche’ van de Zuid-Europese periferie is compleet en het is nu Frankrijk waar beleggers zich echt zorgen over moeten maken.