De Europese beurzen hebben woensdagochtend rustig gereageerd op de verkiezingsoverwinning van Donald Trump in de Verenigde Staten. Rond half tien stonden vrijwel alle belangrijke Europese graadmeters in de min, maar in het ergste geval bleven de negatieve rendementen beperkt tot zo’n -2,6% (de Spaanse Ibex.) Daarmee bleef Europa de donkerrode cijfers bespaard die eerder op de dag in het Verre Oosten op de borden waren verschenen nadat de winst van Trump zich begon af te tekenen.
Na de IBEX was de AEX binnen Europa in het eerste uur van de handel een van de ergste slachtoffers van de stembuszege van de Republikeinse kandidaat. Na ruim een half uur handel stond de Amsterdamse hoofdgraadmeter op -2,1%, met de financiële waarden ING (-3,0%) en Aegon (-3,7%) als grootste verliezers. In de loop van de ochtend liepen deze verliezen overigens snel terug tot -1,0% à -1,5%.
Niet uitzonderlijk in crisissituaties, lagen ook elders in Europa de banken onder vuur, vooral die van de perifere landen. Maar ook het veelgeplaagde Deutsche Bank stond vroeg op de dag met een resultaat van -3,7% op de borden. Na een half uur handel had de bankenindex van 26 Europese banken -3,6% moeten prijsgeven ten opzichte van de slotstand van dinsdag. Maar zelfs met dat verlies meegerekend, staat de Europese bankenindex zo’n 30% hoger dan het dieptepunt van afgelopen zomer.
Zoals gesteld hadden de Aziatische beurzen woensdagochtend de eerste klappen opgevangen. Dat gold vooral voor de Japanse Nikkei (-5,4%), maar ook de Hongkongese Hang Seng (-3,0%) kreeg er bovengemiddeld hard van langs. Echter, de Brexitachtige schrik waarvoor beleggers eerder vreesden, was er woensdag niet op de financiële markten. Beleggers kijken nu vooral uit naar de opening van Wall Street op de woensdag na de verkiezingen.
Lees meer over de presidentsverkiezingen in de VS
Wie mag dit artikel niet missen? U kunt als abonnee dit artikel cadeau geven aan uw vrienden of familie. Klik bovenaan het artikel op de link en het artikel wordt per e-mail doorgestuurd.