Tijdens een videoconferentie vorige week met Phil Poole, hoofdstrateeg van de vermogensbeheertak van Deutsche Bank, ging het eigenlijk alleen maar over politiek. Uiteraard werd er gesproken over de aanstaande verkiezingen in de Verenigde Staten en in verschillende landen in West-Europa. Maar het heetste hangijzer was toch wel de centrale-bankierspolitiek en dan vooral de Amerikaanse vorm daarvan. Vrijwel alle Amerikaanse indicatoren staan op groen, lichtgroen misschien, maar wel groen. En toch lijken financiële markten zich bij elke hint op normalisering het apelazarus te schrikken. Duidelijk tot grote frustratie van de geïnterviewde heer Poole.
De Fed moet komend jaar vooral één ding goed doen
Volgens de Britse bankier is namelijk glashelder wat de komende twaalf maanden de meest gevoelige kwestie gaat worden en dat is niet de uitvoering van de Brexit of de Amerikaanse verkiezingen. Dat is het monetaire verstrakkingsbeleid van de Federal Reserve, en dan vooral de communicatie daarover. De Fed is namelijk niet van plan om heel gekke dingen te doen. Sterker nog, het beleid zal nog lange tijd niet ‘normaal’, en daarmee ongewoon ruim zijn. De Fed moet komend jaar vooral één ding goed doen: communiceren. Op een heldere en geruststellende manier aan beleggers uitleggen dat een paar renteverhogingen niet alleen broodnodig zijn voor als de stoplichten weer op oranje schieten, maar dat ze ook ruimschoots passen bij een (rustig aan) aantrekkende Amerikaanse economie. DNB onderzocht een paar jaar geleden al de effecten van de communicatie van de Amerikaanse collega’s op financiële markten. De uitkomst: hoe minder ingewikkeld de boodschap, hoe minder de koersen schommelen. Prachtig, hoe eenvoudig het soms kan zijn.
Lees ook: Column: ontploffingsgevaar?