Deutsche Bank (DB) hield begin deze week nog wel een slag om de arm, maar sloot niet uit dat de Amerikaanse economie het in het tweede halfjaar beter zal doen dan in het eerste. (Het voorbehoud bestond uit enkele macro-economische cijfers, die in de dagen na publicatie van de mening van DB zijn bekendgemaakt: de ontwikkelingen op de huizenmarkt en van de orderportefeuilles en het bbp-cijfer over het tweede kwartaal. De lezer kan dus nagaan of DB in de goede richting zat, red.)
Het tweede kwartaal zal een bescheiden economische groei van 1% van het bbp hebben gehad, verwachtte DB, en dus is het begrijpelijk dat beleggers zich zorgen maken over de winstcijfers over dat kwartaal. De bank ziet een parallel met 2011. Toen werd een groei in het tweede kwartaal verwacht van 1,8%. Het werd 1,3%.
Bovendien werd het groeicijfer over het eerste kwartaal gecorrigeerd van 1,9% tot 0,4%. Beleggers en analisten verlaagden hun winstverwachtingen en risicovolle beleggingen, resulterend in een daling van 20% van de aandelenkoersen. In het tweede halfjaar van 2011 groeide economie echter weer met 2,4%. Zo'n omslag zou zich weer kunnen voordoen, meent DB.
Een belangrijke factor is namelijk dat de financiële positie van de Amerikaanse huishoudens aanmerkelijk verbeterd is vergeleken met vorig jaar. De verhouding schuld-inkomen is gedaald tot het laagste niveau sinds het tweede halfjaar van 2003, en de verhouding spaargeld-leningen staat op de hoogste stand sinds het eerste kwartaal van 2002.
Deze verbetering zal zich mogelijk vertalen in hogere consumentenuitgaven en dat is voor Deutsche Bank reden om van een betere economie in het derde en vierde kwartaal uit te gaan. De verbeterde financiële positie van de gezinnen vermindert tevens het risico op de recessie waar veel marktpartijen nu bang voor zijn.