Na een felle campagne en een opnieuw verrassende uitslag staan de komende maanden in Den Haag weer in het teken van een vermoedelijk langdurige kabinetsformatie. Dat is op zich al ernstig genoeg, want Nederland heeft na jaren van stilstand behoefte aan een daadkrachtige regering. Niet alles zal beter worden, maar over niet al te lange tijd wordt er hopelijk wel weer geregeerd.
Veel beleidsvraagstukken die op tafel komen zullen beleggers raken, zoals het economische beleid, het vestigingsklimaat voor bedrijven en het oplossen van de tekorten op de arbeidsmarkt. Met name dat laatste punt is niet te onderschatten, want niet voor niets wijzen werkgevers keer op keer op het belang van arbeidsmigratie voor een goed concurrerend bedrijfsleven.
Nieuwe belasting raakt rendement
Meer direct zullen beleggers eventuele aanpassingen op fiscaal gebied in hun portemonnee voelen. Met name kijken beleggers met angst en beven naar de Wet werkelijk rendement box 3, die vanaf 2028 van kracht moet worden. Met het nieuwe stelsel wordt het werkelijk rendement in box 3 belast, waardoor belastingplichtigen belasting betalen over wat zij daadwerkelijk hebben verdiend met hun vermogen.
Hierdoor betaalt een spaarder met een laag rendement minder belasting dan een belegger met een hoog rendement. De pijn zit er vooral in dat het rendement waarover belasting moet worden betaald, bestaat uit het directe en het indirecte rendement. Hoe dit uitvalt zal van portefeuille tot portefeuille verschillen, maar beleggers vrezen onder meer op ons forum dat ze hierdoor meer belasting moeten gaan betalen dan voorheen.
Vooropgesteld dat ik er persoonlijk geen moeite mee heb om over mijn bovengemiddelde inkomsten ook bovengemiddeld bij te dragen aan de collectieve voorzieningen, vind ik wel dat beleggers beloond moeten blijven worden voor het risico dat zij met hun belegde vermogen lopen ten opzichte van spaarders. Dit is wel een punt dat serieuze aandacht verdient aan de Haagse onderhandelingstafel.