Zes technische indicatoren op Beleggers Belangen Live laten zien hoe momentum en trend zich ontwikkelen. Met rood, groen en neutraal krijgen beleggers snel inzicht in marktsentiment en trendkracht.
Op Beleggers Belangen Live staan de zes technische analyse-indicatoren. Deze indicatoren worden door beleggers gebruikt om het gedrag van de markt beter te duiden. Het gaat nadrukkelijk om hulpmiddelen die laten zien hoe vraag en aanbod zich ontwikkelen, niet om voorspellingen over de intrinsieke waarde van een aandeel.
Technische indicatoren verschillen onderling in de snelheid waarmee zij reageren op koersbewegingen. Grofweg kan een onderscheid worden gemaakt tussen indicatoren die relatief vroeg signalen geven en indicatoren die vooral bevestigen wat al zichtbaar is in de koers. Dit onderscheid is van belang om een beeld te vormen van hoe deze indicatoren in de praktijk worden gebruikt.
Leidende indicatoren
Aan de meer leidende kant staan momentumindicatoren zoals de RSI (Relative Strength Index). De RSI meet het momentum van de koers en geeft aan of een markt relatief ver is opgelopen of juist sterk is teruggevallen. Waarden boven 70 worden vaak geassocieerd met overbought-niveaus, terwijl waarden onder 30 duiden op oversold-condities. Veel beleggers gebruiken de RSI om te beoordelen of een beweging aan kracht verliest of juist aan kracht wint.
De Stochastic Oscillator behoort tot dezelfde categorie. Deze indicator vergelijkt de slotkoers met de handelsbandbreedte van een recente periode, oftewel het verschil tussen de hoogste en laagste koers in die periode. Daarmee laat de stochastic zien waar de huidige koers zich bevindt binnen die bandbreedte. De indicator beweegt tussen 0 en 100, waarbij waarden boven 80 vaak worden geassocieerd met overbought-niveaus en waarden onder 20 met oversold-condities.
Net als bij de RSI wordt gekeken naar extreme niveaus en naar kruisingen, die kunnen wijzen op afnemend of toenemend momentum. Omdat deze indicator snel reageert, geeft hij vaak vroeg signalen, maar is hij ook gevoeliger voor ruis, vooral in markten met een sterke trend.
Middengroep
Een volgende groep bestaat uit indicatoren die momentum en trend combineren en daardoor minder snel reageren, maar doorgaans stabielere signalen geven. De kortere voortschrijdende gemiddelden, zoals de SMA 20 en SMA 50, geven inzicht in de korte- en middellangetermijntrend. Wanneer de koers boven deze gemiddelden noteert, wordt dat vaak gezien als een teken van positief momentum, terwijl noteringen eronder juist op verzwakking kunnen wijzen. Ook kruisingen tussen deze gemiddelden worden door beleggers opgevat als mogelijke aanwijzing dat de trend verandert.
In deze middengroep valt ook de MACD (Moving Average Convergence Divergence). Net als voortschrijdende gemiddelden is de MACD opgebouwd uit gemiddelde koersen, maar er is een wezenlijk verschil. Waar voortschrijdende gemiddelden een absoluut niveau in de grafiek schetsen en vooral laten zien waar de trend ligt, kijkt de MACD naar het verschil tussen twee voortschrijdende gemiddelden. Daarmee meet de MACD of deze gemiddelden naar elkaar toe bewegen of juist uit elkaar lopen en geeft de indicator inzicht in de kracht van de trend. Wanneer dit verschil toeneemt, versnelt de beweging; wanneer het afneemt, verliest de trend aan momentum.
Omdat de MACD veranderingen in trendkracht zichtbaar maakt, reageert deze vaak eerder op verschuivingen in momentum dan kruisingen van langere voortschrijdende gemiddelden, maar later dan oscillatoren zoals de RSI en de stochastic. Kruisingen van de MACD-lijn met de signaallijn krijgen daarom vaak aandacht als mogelijke aanwijzing voor een trendomslag.

Volgende indicatoren
Meer volgend en bevestigend van aard zijn de langere voortschrijdende gemiddelden, zoals de SMA 100 en SMA 200. Deze indicatoren reageren het traagst, maar worden door veel beleggers gezien als belangrijke ankerpunten voor de langetermijntrend. Vooral het 200-daags gemiddelde geldt voor velen als een scheidslijn tussen een opwaartse en neerwaartse markt. Kruisingen tussen de 100- en 200-daags gemiddelden krijgen extra aandacht, juist omdat zij vaak pas optreden wanneer een trend zich al duidelijk heeft gevormd.
Een aparte positie wordt ingenomen door de ADX (Average Directional Index). Deze indicator geeft geen leidend of volgend signaal over de richting van de koers, maar meet de kracht van een trend, ongeacht of die omhoog of omlaag is. Een stijgende ADX wijst op een sterker wordende trend, terwijl een lage ADX vaak samenvalt met zijwaartse markten. Beleggers gebruiken de ADX vooral om te beoordelen of een bestaande beweging voldoende kracht heeft om door te zetten.
Kleurcode
In de praktijk combineren veel beleggers verschillende typen indicatoren. Snellere indicatoren worden gebruikt om veranderingen in momentum te signaleren, terwijl tragere indicatoren dienen om de bredere trend te bevestigen. Door deze indicatoren in samenhang te bekijken, ontstaat een completer beeld van marktdynamiek en sentiment.
Op Beleggers Belangen Live worden technische indicatoren visueel samengevat met behulp van kleurcodering. Deze kleuren geven in één oogopslag aan hoe een indicator zich verhoudt tot gangbare technische criteria. Daarmee fungeren ze als een samenvattend hulpmiddel, niet als zelfstandig handelssignaal.
Een rode kleur duidt erop dat een indicator zich in een technisch zwakkere positie bevindt. Zo geldt bijvoorbeeld dat wanneer het kortere voortschrijdende gemiddelde onder een langer gemiddelde ligt, dit vaak wordt geïnterpreteerd als een negatief technisch signaal. In het geval waarin het 20-daags voortschrijdend gemiddelde onder het 50-daags gemiddelde noteert, wijst dit erop dat het kortetermijnmomentum zwakker is dan het middellangetermijnbeeld. Theoretisch wordt dit gezien als een aanwijzing dat de trend neerwaarts is of onder druk staat.
Een groene kleur geeft juist aan dat een indicator een technisch gunstiger beeld laat zien. Bij de MACD betekent dit bijvoorbeeld dat de MACD-lijn boven de signaallijn ligt. Dat wijst op een positief momentum, waarbij de onderliggende trend aan kracht wint. Veel beleggers zien dit als een bevestiging dat een eerdere verzwakking mogelijk afneemt.
Een zwarte kleur wordt gebruikt wanneer er geen duidelijk technisch signaal is. Bij de ADX betekent een lage stand bijvoorbeeld rond 17 dat er sprake is van een zwakke of ontbrekende trend. In zulke gevallen beweegt de koers vaak zijwaarts en ontbreekt duidelijke richting, ongeacht of andere indicatoren positief of negatief kleuren.
Combinatie
De kracht van kleurcodering zit vooral in het combineren van signalen. Veel beleggers gebruiken deze visuele samenvatting om te beoordelen of technische indicatoren elkaar bevestigen of juist tegenspreken. Wanneer meerdere indicatoren rood kleuren, wijst dat doorgaans op een technisch zwakke fase.
Wanneer indicatoren één voor één naar groen draaien, zien beleggers dat vaak als een teken dat het technische beeld verbetert en dat er een nieuwe trend gaat beginnen. En dat is het ideale moment om een belegging te openen die helemaal aan het begin staat van een nieuwe stijgende trend.
