Met hoogdividendaandelen maak je van een beleggingsportefeuille een mooie inkomstenbron. Het is echter van groot belang om altijd goed te kijken of er een stevig fundament ligt onder de uitkering, zodat het dividend in de toekomst minstens op niveau blijft.
Als een beursgenoteerd bedrijf winst maakt, kunnen die inkomsten voor allerlei zaken worden aangewend. Sommige ondernemingen kiezen ervoor om te investeren in onderzoek en ontwikkeling of in de overname van een branchegenoot. Maar vaak kiest een bedrijf er ook voor om een deel van de winst met de aandeelhouders te delen in de vorm van een dividenduitkering. Ruim 80% van de aandelen in de S&P500-index keert dividend uit en in de AEX is dat percentage zelfs 90%.
Op het eerste gezicht lijkt zo’n dividend een leuke opsteker. Maar wie wat langer meeloopt op de beurs, weet dat het veel meer is dan dat. Wanneer met de dividendinkomsten weer aandelen worden gekocht, groeit dividend uit tot de belangrijkste rendementsmotor. In de periode tussen 1960 en begin 2025 is bijvoorbeeld maar liefst 85% van het totale rendement van een investering in de Amerikaanse S&P te danken aan dividend.
Dichter bij huis is het verschil bij de AEX helemaal opvallend. Deze prijsindex is van een (naar guldens omgerekend) startniveau van 45,38 in 1983 opgelopen naar 960 punten begin oktober 2025. Dat is een gemiddeld rendement van 7,4%. Maar wanneer de dividenden van AEX-bedrijven weer op de beurs waren geïnvesteerd, zou de index bijna op 4000 punten staan. Er zijn verschillende manieren waarop je slim gebruik maakt van de kracht van dividend, zoals het selecteren van aandelen met een hoog dividend.
1. Zoek naar een aantrekkelijk dividendrendement
Het gemiddelde dividendrendement van de MSCI World Index is 1,7% en het is niet eenvoudig om een spaarrente te vinden van meer dan 2%. Er zijn echter veel aandelen met een dividendrendement dat een stuk hoger ligt. Daarvoor hoef je helemaal niet ver te zoeken. Alleen al in de AEX zitten twaalf bedrijven met een dividendrendement van 3,5% of meer. Met name grote verzekeraars Aegon, ASR en NN Group springen eruit, met een rendement van minstens 6%. Ook de AMX herbergt twaalf aandelen met een dividendrendement van ruim 3,5% en over de grens zijn dat er nog veel meer. Alleen al in de S&P 500-index zitten tien bedrijven waar dat percentage op ruim 10% uitkomt.
2. Kijk of het dividend een stevig fundament heeft
Een van de risico’s van dividendbeleggen is dat een bedrijf dat het ene jaar nog een mooi bedrag uitkeerde, het volgende jaar opeens het dividend schrapt. Om dit soort tegenvallers te voorkomen is het zaak om goed te kijken uit welk ‘potje’ het geld wordt uitgekeerd. In sommige gevallen kiest een onderneming er bijvoorbeeld na de verkoop van een bedrijfsonderdeel voor om de inkomsten als kapitaaluitkering met beleggers te delen. Tenzij er voor de voorzienbare toekomst elk jaar een divisie verkocht wordt, kan zo’n hoge uitkering natuurlijk niet continu worden volgehouden. Een mooi voorbeeld is OCI, dat sinds halverwege 2024 meer dan $22,50 per aandeel uitkeerde na de verkoop van allerlei belangen en activiteiten. Het dividendrendement van meer dan 100% ten opzichte van de actuele koers van €3,90 is in zekere zin een valkuil, want het bedrijf heeft simpelweg nauwelijks meer activiteiten om in de etalage te zetten.
Aan de hand van de winst en de vrije kasstroom kan in kaart gebracht worden of het dividend langere tijd op peil blijft, of zelfs kan groeien. Zodra een onderneming meer dan 60% à 70% van de inkomsten uitkeert als dividend – de zogeheten payout-ratio – zouden de alarmbellen moeten gaan rinkelen. In dat geval is er namelijk heel weinig ruimte om een operationele tegenvaller op te vangen, zonder dat er in het dividend gesneden moet worden. Overigens is het ook van belang om de schuldpositie tegen het licht te houden. Wanneer de totale schuldenlast na aftrek van de liquide middelen – de zogeheten netto-schuldpositie – groter is dan 3,5 maal de ebitda, bestaat het risico dat een onderneming bij bijvoorbeeld een rentestijging of bij operationele tegenwind de uitkering moet verlagen.
3. Bouw een gebalanceerde portefeuille op
Het opbouwen van een hoogdividendportefeuille vraagt om net wat meer aandacht dan een meer traditionele portefeuille. In de vijver waarin zo’n belegger hengelt, zitten veel meer van hetzelfde soort vissen dan op de bredere aandelenmarkt. Heel veel bedrijven die een hoog dividend uitkeren, zijn actief in volwassen bedrijfstakken, zoals de financiële sector, voeding, vastgoed, farmacie en telecom. Om het sector- en bedrijfsspecifiek risico wat te verkleinen, is het verstandig om ook wat dividendaandelen in portefeuille te nemen uit groeimarkten zoals technologie en duurzame energie.
4. Let op de fiscus
Als dividendbelegger is het extra belangrijk om goed te letten op fiscale verdragen. In veel landen wordt namelijk belasting geheven over het dividend. In Nederland is die heffing 15%, maar in andere landen is dat soms een stuk meer. Dat percentage is in Duitsland bijvoorbeeld 25% en in Zwitserland zelfs 35%. Het goede nieuws is dat Nederland met veel landen een overeenkomst heeft gesloten, waardoor beleggers het verschil terug kunnen vorderen. Bekijk deze gids over dividendbelasting terugvorderen.
Feiten op een rij
– In de eerste helft van 2025 keerden beursgenoteerde bedrijven wereldwijd 40 mrd aan dividend uit. Dat was 7,7% meer dan een jaar eerder. De Nederlandse dividendgroei van 3% bleef achter bij het wereldwijde gemiddelde.
– Een handjevol bedrijven keert al meer dan honderd jaar op rij dividend uit. Onder meer Procter & Gamble, Coca-Cola en Eli Lilly behoren tot de selecte groep ondernemingen met een ‘eeuwig dividend’.
– Het eerste dividend werd al in de 17de eeuw uitgekeerd door de VOC (Verenigde Oost-Indische Compagnie). Beleggers kregen toen soms niet in geld, maar in specerijen of goederen uitbetaald.