Na de aankondiging van president Biden dat U.S. Steel niet in Japanse handen mag komen, daalde het aandeel 6,5%. Toen bleek dat die beslissing bij de rechter wordt aangevochten, steeg U.S. Steel weer ruim 8%.
De beslissing van president Biden om de overname van U.S. Steel door het Japanse Nippon Steel te verbieden kwam niet als een verrassing. De weg naar deze beslissing was niettemin alles behalve fraai. Het Committee on Foreign Investment in the US (Cfius) slaagde er niet in om voor de deadline in december tot een eenduidig oordeel te komen over de vraag of de overname door een Japans staalbedrijf een nationaal veiligheidsrisico voor de VS vormt. Daarop hakte Biden op 3 januari de knoop door en verbood de overname vanwege dat veiligheidsrisico. Een opmerkelijke gang van zaken, aangezien Japan een belangrijke bondgenoot van de VS is.
U.S. Steel en Nippon naar rechtbank
Dat U.S. Steel niet in buitenlandse handen mag vallen is in ieder geval iets waar Biden en de aankomende president Trump het wel over eens zijn. In de order van Biden staat dat Nippon Steel binnen dertig dagen na het uitvaardigen ervan het overnamebod moet laten vallen. Dat gaat echter niet gebeuren. Nippon Steel en U.S. Steel spannen namelijk samen een rechtszaak aan om Biden’s order aan te vechten. Daarnaast beginnen beide staalbedrijven een zaak tegen branchegenoot Cleveland-Cliffs en de vakbond USW, die zij beschuldigen van het samenspannen om ervoor te zorgen dat U.S. Steel niet door een andere partij dan Cleveland-Cliffs kan worden gekocht.
Het laatste woord over deze overname is dus nog niet gezegd maar de koers van U.S. Steel van $32,95 ligt wel ver onder het oorspronkelijke cash-bod van $55 per aandeel van Nippon Steel.