(ABM FN-Dow Jones) De olieprijs is dinsdag lager gesloten. Bij een settlement van 62,37 dollar werd een vat West Texas Intermediate 1,7 procent goedkoper.
Op maandbasis daalde de olieprijs met 1,6 procent, terwijl op kwartaalbasis sprake was van een daling van ruim 4 procent.
In de eerste drie kwartalen van het jaar werd WTI 13 procent goedkoper. De ruwe olieprijs is bovendien in vijf van de zes laatste kwartalen gedaald.
Bezorgdheid over een dreigende sluiting van de Amerikaanse overheid zette de oliemarkten op de laatste dag van het derde kwartaal onder druk.
Analist Peter Cardillo van Spartan Capital Securities wees erop dat “de kans op een sluiting van de overheid is gestegen tot bijna 100 procent.”
Voor de oliemarkten draait het volgens Cardillo verder om de vraag- en aanbodfactoren, zoals de geopolitieke volatiliteit en hoe die mogelijk van invloed kan zijn op het aanbod of de vraag.
De olieprijzen zullen waarschijnlijk op korte termijn onder druk blijven, volgens Norbert Rücker van Julius Baer.
“De bezorgdheid over de Russische leveringen en strengere sancties lijkt beperkt te blijven, terwijl er tekenen zijn dat het aanbod toeneemt”, aldus de analist van de Zwitserse bank.
De oliemarkt zou in een overschot terecht moeten komen door de groeiende productie in Zuid-Amerika en het Midden-Oosten, terwijl de vraag in de westerse wereld stagneert, merkte Rücker verder op.
Julius Baer verwacht dat de olieprijs rond de 60 dollar zal schommelen en handhaaft zijn neutrale visie.
Komende zondag zal OPEC+ beslissen of de productie in november verder wordt opgevoerd. De verwachting is dat dit gebeurt.
Brent kostte dinsdag 66,03 dollar en werd daardoor op kwartaalbasis ruim 2 procent goedkoper.