Op de lange termijn vertonen maïs en sojabonen vergelijkbare prijsschommelingen. Beide agrarische grondstoffen zijn afhankelijk van neerslag en droogte.
Als de prijs van een van de gewassen sneller stijgt dan de andere, zullen boeren geneigd zijn om over te schakelen naar het gewas met de gunstigere prijsontwikkeling. Dat trekt de zaak vanzelf weer in evenwicht.
Bekijk ook het dossier beleggen in grondstoffen en materialen
In de eerste drie weken van juni werd de Verenigde Staten geteisterd door een periode van extreme droogte, wat een negatieve impact had op de productie van maïs en sojabonen. Als gevolg hiervan zijn de prijzen van beide gewassen aanzienlijk gestegen.
De laatste tien dagen was er juist regen. Deze neerslag is zowel maïs als sojabonen ten goede gekomen, waardoor de prijzen zijn gedaald.
Onverwachte verrassingen
Echter, aan het einde van vorige week veroorzaakte het Amerikaanse ministerie van Landbouw opschudding op de markt. Hoewel aanvankelijk werd verwacht dat in 2023 tot nu toe 91,88 miljoen hectare maïs zou zijn gezaaid, werd dit tot verrassing van velen uiteindelijk 94,10 miljoen hectare. Deze onverwachte toename van het aanbod heeft de prijs van maïs verder onder druk gezet.
Voor sojabonen was het een ander verhaal. Verwacht werd dat 87,50 miljoen hectare zou worden beplant, maar uiteindelijk bleek dit slechts 83,51 miljoen hectare te zijn. De daling aan beplant oppervlak heeft juist geleid tot een stijging van de prijs van sojabonen.
Het prijsverschil tussen sojabonen en maïs ligt momenteel rond het hoogste niveau ooit, gebaseerd op gegevens sinds 1960. Dit zal een aanzienlijke invloed hebben op de afweging van boeren voor welk gewas ze moeten kiezen.