Niets in de wereldeconomie draait op olie, het gaat om afgeleiden van olie zoals diesel en benzine. Het koopgedrag van raffinaderijen illustreert de stijgende vraag.
Benzine en diesel worden gemaakt in raffinaderijen. Een raffinaderij maakt constant een inschatting hoeveel olie ze in de toekomst nodig heeft. Wanneer een raffinaderij die inschatting te hoog maakt, dan verkoopt ze de olie weer. Olie is immers veel te duur om op te slaan en er niets mee te doen. Wanneer de inschatting te laag is gemaakt, dan moet de raffinaderij olie kopen. Die inschattingen zijn moeilijk te maken, omdat de wereldeconomie een ingewikkeld ecosysteem is.
De activiteit op de spotmarkt geeft daardoor goed weer of de oliemarkt in een overschot of een tekort zit. Drijven raffinaderijen de spotprijs op, tot boven de prijzen van toekomstige levering van olie, dan neemt de wereldwijde economische activiteit toe. In de grafiek zien we het procentuele verschil in prijs tussen olie (Brent) die meteen leverbaar (spot) is en olie die pas over een jaar leverbaar is. Dit verschil is momenteel 6%.
Dorst
Dit laat zien dat raffinaderijen verkeerd hebben gepland en in rap tempo olie moeten kopen, omdat de wereldeconomie behoefte heeft aan meer diesel en benzine dan eerder gedacht. Op 9 december lag de huidige prijs nog maar 0,8% boven de prijs over een jaar. Dit was twee dagen nadat de Chinese economie weer open ging na drie jaar van lockdowns. Sindsdien moeten raffinaderijen snel olie kopen omdat de wereld dorst houdt naar diesel en benzine.