Een jaar geleden stond $18,2 bln aan spaargeld op Amerikaanse bankrekeningen. Inmiddels is dat $17,2 bln. Over de afgelopen 12 maanden vond duizend miljard dollar spaargeld een andere bestemming.
Er zijn twee manieren waarop banken geld kunnen aantrekken om leningen te verstrekken. De eerste is spaargeld en de tweede is zelf geld lenen op de kapitaalmarkten. Dit laatste gebeurt steeds minder omdat de yield curve negatief is.
Een negatieve yield curve wil zeggen dat de tweejaarsrente hoger is dan de tienjaarsrente. Banken zijn in de regel niet happig om duur geld voor een korte looptijd aan te trekken en dat vervolgens voor een verlies langlopend weg te zetten.
Geld wordt gecreëerd door banken wanneer zij leningen verstrekken en geld wordt uit de economie gehaald in de situatie dat meer leningen worden afgelost dan verstrekt. In de afgelopen 65 jaar werd door Amerikaanse banken over een periode van 12 maanden altijd geld gecreëerd. De afgelopen 12 maanden vormden de eerste periode dat de geldhoeveelheid (M2) daalde met 1,2%.
Bankencrisis
De Fed is bezig de situatie bij banken verder te verslechteren door haar rentetarief ruim boven de spaarrente te houden. Spaarders hebben dan de keuze tussen de spaarrente bij Amerikaanse banken, die gemiddeld 3,8% is, of 5% bij de Amerikaanse overheid. Zolang dit verschil zo groot is zal er spaargeld weg blijven bij de banken en is het een kwestie van tijd voordat de bankencrisis weer oplaait.