Dinsdag 2 september kwam de langverwachte uitspraak in de monopoliezaak tegen Alphabet.
Eerder had de rechter beslist dat Alphabet-dochter Google misbruik had gemaakt van haar sterke positie op de zoekmarkt. Gevreesd werd dat Alphabet de browser Chrome zou moeten verkopen of een einde maken aan de deal met Apple, waarbij jaarlijks tientallen miljarden worden betaald om de voorkeurszoekmachine te zijn.
De rechter was echter aanzienlijk milder en besliste dat Google inzicht moet geven in de zoekopdrachten aan bepaalde concurrenten. Volgens rechter Amid Mehta schept de opkomst van AI tools voldoende concurrentie op de markt.
Beleggers halen opgelucht adem
Beleggers waren opgelucht en het aandeel ging 9% omhoog, wat overeenkomt met $200 mrd marktwaarde. De beperkte sancties en het buiten schot laten van de deal met Apple laten zien dat de marktposities van de Big Tech-bedrijven erg sterk is en dat de rechterlijke macht maar beperkt bereid is in te grijpen wanneer concurrentie onrechtmatig wordt tegengewerkt
De enorme kasstroom uit de Google-zoekmachine van meer dan $50 mrd per jaar, is voor de aankomende jaren min of meer veiliggesteld en kan door moeder Alphabet (investeerderspagina) worden gebruikt om te investeren in nieuwe markten zoals zelfrijdende taxi’s (Waymo), AI, Quantum computers en Cloud-dienstverlening. Daarbij valt niet uit te sluiten dat het bedrijf op een of meer van die markten op termijn ook weer een dominante positie opbouwt.