Afgelopen weekend gingen de Spanjaarden voor de vierde keer in vier jaar tijd naar de stembus voor een nieuw parlement.
De sociaaldemocratische PSOE van demissionair premier Pedro Sánchez won de verkiezingen en krijgt 120 zetels in het 350 zetels tellende parlement. Dit zijn er wel drie minder dan bij de vorige verkiezingen in april.
De linkse Partido Popular verloor acht zetels en is met 88 zetels de op een na grootste fractie. De rechts-populistische VOX is met 52 zetels de belangrijkste winnaar van de verkiezingen en is nu de derde politieke partij van Spanje.
Geen duidelijke meerderheid
De uitslag betekent dat er net als na de vorige verkiezingen geen duidelijke meerderheid voor een partij of coalitie is, constateert Rabobank. Op het moment van schrijven had PSOE een principeakkoord met de linkse partij Unidas Podemos (35 zetels) over een minderheidscoalitie, waarvoor zij steun nodig zullen hebben van andere fracties in het parlement.
Polarisatie en impasse in Catalaanse crisis
Hoewel Vox geen deel zal uitmaken van de volgende Spaanse regering, verwacht Rabobank dat de partij indirect wel invloed zal hebben op haar beleid. Tot nu toe is er weinig bekend over de economische agenda van de rechts-populisten, behalve dat zij de belastingen aanzienlijk willen verlagen en het pensioenstelsel wijzigen.
De bank vreest dat de sterkere aanwezigheid van Vox op het politieke toneel de Spaanse samenleving verder polariseert en het vinden van een oplossing voor de Catalaanse crisis bemoeilijkt.
Onbetaalbare overheidsfinanciën
Rabobank verwacht dat de impasse op korte termijn geen invloed heeft op de binnenlandse economie, maar dat Spanje op lange termijn door de snel vergrijzende bevolking te maken kan krijgen met onbetaalbare overheidsfinanciën.