De inkoopmanagerscijfers van de eurozone maskeren volgens DWS de verschillen tussen de twee grootste economieën. De Duitse economie laat door tekorten een donkerder beeld zien.
De inkoopmanagersindex van de eurozone als geheel heeft zich min of meer zo ontwikkeld als verwacht. De index steeg op maandbasis van 53,7 naar 56,9 punten. Dit was volgens DWS vooral te danken aan de snelle stijging van de dienstensector, van 50,5 naar 55,1 punten, terwijl de industriesector slechts licht daalde, van 62,9 naar 62,8 punten.
De cijfers maskeren volgens de vermogensbeheerder echter de uiteenlopende ontwikkelingen in de twee grootste economieën van de eurozone. In Frankrijk steeg de inkoopmanagersindex van 51,6 naar 57 punten, waar de dienstensector verraste met een stijging van 50,3 naar 56,6 punten. Dit was vooral te danken aan de lockdown-versoepelingen in Frankrijk, maar ook aan het optimisme onder Franse bedrijven, dat op het hoogste niveau in tien jaar ligt.
Tekorten
Duitsland laat een ander beeld zien. Zoals verwacht herstelde de dienstensector zich tot 52,8 punten, wat waarschijnlijk te danken was aan de snel dalende besmettingscijfers. DWS is echter niet te spreken over de Duitse industrie, die daalde van 66,2 naar 64 punten. Het tekort aan halffabricaten baart de analisten zorgen. Vier op de vijf Duitse bedrijven kampt met langere levertijden, het hoogste niveau sinds de metingen een kwart eeuw geleden begonnen.
Verder lijdt met name de auto-industrie onder een tekort aan halfgeleiders. DWS verwacht echter dat dit in de loop van de zomer zal verdwijnen. Maar aangezien de Duitse auto-industrie ongeveer 4% bijdraagt aan de binnenlandse economie, zal dit zijn littekens nalaten op het bbp van het tweede en misschien zelfs derde kwartaal. Niettemin denkt DWS dat de Duitse economie zich dankzij de vorderende vaccinatiecampagne zal herstellen.