Na jaren van achterblijvende prestaties lijken aandelen uit opkomende markten (EM) dit jaar weer de aandacht van beleggers te trekken. Er zijn vijf redenen waarom EM weer aantrekkelijker wordt.
Dit jaar is de MSCI Emerging Markets Index met 19% gestegen, beter dan de MSCI World 11%. De Amerikaanse aandelenmarkten worden vaak geroemd om hun diepte, liquiditeit en variëteit, maar ze zijn ook fundamenteel duur, althans relatief versus andere markten en historisch. Sommige beleggers twijfelen bovendien aan het Amerikaanse economische en politieke model. De relatief goede prestaties van de eerste helft van het jaar van EM zouden wel eens een wat langer vervolg kunnen krijgen, om vijf redenen.
Aantrekkelijke waarderingen
Opkomende markten worden doorgaans verhandeld tegen lagere waarderingen dan ontwikkelde markten. Momenteel ligt de gemiddelde koers-winstverhouding rond 13 keer de verwachte winst, tegenover ongeveer 22 keer voor Amerikaanse aandelen. Dit structurele ‘waarderingsgat’ is niet nieuw: EM-aandelen kampen al jaren met een achterstand in prestaties. Het gat is wel groter dan normaal, voornamelijk doordat Amerikaanse aandelen nu ongeveer een derde duurder zijn dan het langetermijngemiddelde van de koers-winstverhouding.
Als de economische groei in opkomende markten intact blijft of zelfs kan toenemen, is er ruimte voor een inhaalslag. Daarnaast speelt China een sleutelrol. Met een weging van ongeveer 30% in de MSCI EM-index is de Chinese markt van groot belang. De recente opleving van Chinese aandelen wordt gedreven door AI-innovatie, monetair en fiscaal stimuleringsbeleid en aantrekkelijk geprijsde aandelen (gemiddeld nog altijd slechts 11 maal de verwachte winst). Hoewel er structurele uitdagingen blijven, zoals vastgoedschulden en geopolitieke spanningen, wijzen recente beleidsmaatregelen op een pragmatisch herstelpad waarmee China EM als geheel kan ondersteunen.
Zwakke dollar
De Amerikaanse dollar heeft dit jaar een flinke duikeling gemaakt, wat buitenlandse beleggingen in EM aantrekkelijker maakt. Een zwakkere dollar verlaagt de schuldlast voor veel EM-landen en -bedrijven, die vaak in dollars gefinancierd zijn. Daarnaast geeft een lagere dollar EM-landen die veel in dollar gedenomineerde producten verkopen, zoals grondstoffen, een competitief voordeel.
Verder daalt de Amerikaanse beleidsrente waarschijnlijk vanaf september, wat mede een dalende dollar kan verklaren. Daardoor zouden beleggers kasposities in Amerikaanse dollars kunnen omzetten naar hogere renderende, risicovollere beleggingen. Dat kunnen natuurlijk Amerikaanse aandelen zijn, maar beleggers zouden ook verder kunnen kijken.
Geopolitieke en demografische voordelen
Naast kortetermijntriggers beschikken opkomende markten over structurele groeivoordelen. Denk aan een jonge, groeiende bevolking, snelle urbanisatie en hogere economische groei: gemiddeld zo’n 3,9% per jaar tegenover 1,7% voor ontwikkelde economieën. Deze factoren creëren een fundament voor duurzaam rendementspotentieel, niet alleen cyclisch maar ook structureel.
Sectoren als digitale infrastructuur, duurzame energie, elektrische voertuigen en financiële inclusie profiteren van deze langetermijntrends. De Chinese aandelenmarkt biedt bovendien een opvallend goede diversificatie ten opzichte van de Amerikaanse Big Tech. Beleggers die bereid zijn voorbij de korte termijn te kijken, kunnen hier aantrekkelijke groeiverhalen vinden.
Spreiding én alpha
Zeker vanuit een passieve beleggingsbenadering lijken Amerikaanse aandelenmarkten risicovoller te worden vanwege de toenemende concentratie van grote techbedrijven. Een deel van de beleggers kijkt daarom bewust naar betere diversificatiebronnen, zoals gelijkgewogen Amerikaanse indices. Maar beleggers kijken ook verder, naar bijvoorbeeld geografische spreiding, toegang tot andere economische cycli en grondstofdynamieken.
Daarnaast zijn opkomende markten minder efficiënt, wat kansen creëert voor actieve beleggers. Voorbeelden zijn de groei van elektrische voertuigen in China, fintech-innovaties in India en de opkomende middenklasse in Brazilië. Deze segmenten kunnen een bron van alpha zijn, extra rendement bovenop de marktbenchmark.
Conclusie: herwaardering in de maak?
Emerging markets hebben teleurstellende jaren achter de rug, maar de combinatie van lage waarderingen, een zwakkere dollar, hernieuwde Chinese groei, structurele demografie en een wereldwijde herallocatie van kapitaal schetst een aantrekkelijker vooruitzicht dan we in lange tijd hebben gezien. Natuurlijk zijn er risico’s: geopolitieke spanningen, minder robuuste rechtsstelsels en volatiliteit horen bij het pakket. Maar voor beleggers met een langetermijnhorizon en een gedegen spreidingsstrategie kan het huidige moment een kans zijn om een vergeten segment opnieuw in de portefeuille te verankeren.
Toen de vermaarde belegger Mark Mobius ooit werd gevraagd wanneer het géén geschikt moment is om in EM-aandelen te beleggen, zei hij: ‘wanneer je tijd en geld beschikbaar hebt.’ Hij gaf daarmee impliciet aan dat opkomende markten lastig te ‘timen’ zijn. Soms lijken de tijden echter gunstiger, zoals nu.
China blinkt uit
De goede prestaties van de MSCI Emerging Markets Index komen dit jaar vooral van China, dat meer dan 30% van deze index bepaalt. China heeft jarenlang te kampen gehad met een slecht imago: intransparante data, veel SOE’s en sterk overheidsgericht beleid. Verder blijft China Rusland als belangrijke handelspartner zien terwijl het conflict in Oekraïne niet wordt veroordeeld, wat institutionele beleggers eerder afschrikte. Sinds Trump’s tweede termijn worden de bakens echter langzaam verzet. Ook de VS wordt steeds minder als betrouwbare partner gezien.
Tegelijkertijd groeit China wat betreft economie en beurs langzaam uit tot een volwaardig alternatief. Bovendien is het land een belangrijke speler in de klimaattransitie, als leverancier van zeldzame materialen en inmiddels grootste producent van elektrische auto’s en zonnepanelen. TINA (There Is No Alternative) voor de VS komt zo in een ander daglicht te staan. De grote vraag is of (institutionele) beleggers het zich kunnen permitteren China uit te sluiten.
Temeer daar de Chinese overheid er alles aan gelegen is om van Chinezen – die de laatste jaren vooral gespaard of in vastgoed belegd hebben – weer aandelenbeleggers te maken. China zou weleens het fundament van een verdere stijging van de opkomende markten kunnen zijn.
Slechtste jongetje van de klas dit jaar: Argentinië
Niet alle landen doen het dit jaar goed. De MSCI Argentina Index heeft tot eind augustus een rendement van -12,50% behaald, terwijl vorig jaar nog een topprestatie van 66% werd genoteerd. Beleggers raakten vorig jaar enthousiast over het onorthodoxe libertaire beleid van president Javier Milei, die rigoureuze hervormingen doorvoerde in het ambtenarenapparaat en bureaucratie. Nu loopt het anders. Beleggers werden bezorgd toen Milei bij tussentijdse verkiezingen in de provincie Buenos Aires een gevoelige nederlaag moest slikken. Na een stevige daling van de inflatie in de afgelopen twee jaar is de prijsontwaarding sinds het voorjaar weer iets opgelopen. Hetzelfde geldt voor de munt: die werd onder Milei aanvankelijk langzaam sterker, maar is recent weer met 4% gedaald.
Is Milei nog wel de economische wonderdokter, temeer daar werkloosheid en armoede zijn toegenomen? Hij noemt dit noodzakelijk en tijdelijk en stelt dat het land moet ‘uitzieken’ van decennia socialistisch beleid om de ondernemingsspirit terug te vinden. Argentinië laat zien hoe moeilijk het is om opkomende markten te timen: wie de hoge rendementen van vorig jaar achterna liep, zit nu met de gebakken peren. De belegger in opkomende markten kan daarom beter goed spreiden tussen landen.
Actief versus passief?
Opkomende markten worden verondersteld minder efficiënt te zijn. Er is minder betrouwbare data en beursgenoteerde bedrijven worden lang niet altijd goed door analisten gevolgd. Bovendien zijn vooral Aziatische beleggers speculatiever ingesteld dan westerse, waardoor er meer ‘animal spirits’ (niet-rationele, emotionele en instinctieve factoren, red.) heersen. Dit zou een ideale voedingsbodem voor actieve beleggers zijn, die door goed onderzoek de betere bedrijven kunnen selecteren.
Een van die fondsen is Robeco QI Emerging Conservative Equities (LU0792910217).
De conservatieve benadering van het fonds komt voort uit Robeco’s Conservative Equities-strategie, die al decennia wordt toegepast en onder leiding staat van Pim van Vliet. Het idee is om in opkomende markten – vaak volatiel en risicovol – toch stabielere rendementen te behalen met lager neerwaarts risico, door aandelen te kiezen met lagere volatiliteit en minder koersschommelingen dan de markt (low volatility anomaly). Robeco gebruikt daarbij een kwantitatief model (QI = Quantitative Investing) dat aandelen beoordeelt op o.a. waardering, kwaliteit, momentum en risico. Hierdoor wordt systematisch een portefeuille opgebouwd met een gunstig risicoprofiel, zonder dat een beheerder subjectieve keuzes maakt.
De grootste landenblootstellingen zijn momenteel China (26%), Taiwan (21%), India (12%), gevolgd door onder andere Brazilië, Zuid-Korea. De belangrijkste sectorallocatie zijn: Financiële Diensten (30%), Informatie-technologie, Communicatiediensten en Consumentengoederen. De genoemde ISIN verwijst naar de dividenduitkerende ‘share class’, die juist vanwege de gekozen conservatieve beleggingsstijl nu ongeveer een jaardividendrendement geeft van 5%.