Het Amerikaanse kledingbedrijf Levi Strauss kwam op 20 maart jongstleden naar de New Yorkse beurs. Die beursgang werd een eclatant succes. De vraag is of instappen nu verstandig is.
De emissiekoers van de zogeheten A-aandelen was $17 en de koers sprong die dag naar $22,41. Levi Strauss is vooral bekend van de spijkerbroeken in het middensegment van de markt, maar het bedrijf maakt ook T-shirts en sweaters. De operationele activiteiten verlopen redelijk goed, maar niet spectaculair. Het autonome operationeel resultaat (ebit) steeg de afgelopen jaren door omzet- en brutomargegroei, maar staat onder druk door internet- en advertentie-inspanningen gericht op toekomstige omzetgroei. Het kledingmerk bouwt de direct-to-consumer-afzet uit en wil meer artikelen verkopen aan vrouwen en in de opkomende markten. In Azië wordt slechts 16% van de omzet behaald.
Onprettige aandelenconstructie
De geëmitteerde A-aandelen geven elk één stem. De niet geëmitteerde B-aandelen geven echter de echte zeggenschap; per aandeel leveren zij tien stemmen op. Zo blijft de familie Haas met ongeveer 80% van de stemmen toch meerderheidsaandeelhouder. Ik houd niet van zo’n constructie en geef dus nu geen positief advies voor dit aandeel.