Beleggers Belangen Live
Advies | Advies

Krapte op de kunstmestmarkt: Yara, CF en K+S in elkaars vaarwater

kunstmestprijzen
Jeroen Boogaard

De kunstmestindustrie speelt een cruciale rol in de wereldwijde voedselproductie en profiteert dit jaar van stijgende prijzen. Welke beleggingsmogelijkheden biedt de sector?

Beleggers herontdekken de kunstmestsector. Waar de koersen eerder nog onder druk stonden, laten bedrijven als Yara, Mosaic en Nutrien dit jaar een duidelijk herstel zien. Deze producenten van meststoffen profiteren van het aantrekken van de prijzen, en op de beurs lijkt men alvast in te spelen op een verdere opleving van de markt.

Op de lange termijn zijn de vooruitzichten goed. De wereldbevolking blijft groeien en de vraag naar efficiënte landbouw zal met haar meegroeien. Dat betekent dat ook de vraag naar kunstmest zal stijgen. Maar de sector is tegelijkertijd erg cyclisch. Prijzen kunnen snel stijgen of dalen bij kleine veranderingen in vraag of aanbod, terwijl valuta-effecten en geopolitieke factoren, zoals exportrestricties uit China, extra dynamiek veroorzaken. We belichten drie interessante spelers.

Yara

Voor stikstofmeststoffen ziet de situatie er op korte termijn relatief gunstig uit. De mondiale benchmark voor ureum is dit jaar met ruim 30% gestegen. Het Noorse Yara is de grootste speler, met een marktaandeel van circa 10% wereldwijd en van meer dan 25% in Europa. Volgens Yara worden de stikstofmarkten steeds sterker door de vraag gedreven. Ureumprijzen liggen ruim boven het historisch gemiddelde, ondanks de druk van lage graanprijzen op de betaalbaarheid voor boeren én de hervatting van Chinese exporten van circa 2 miljoen ton die in het tweede kwartaal op de wereldmarkt werden afgezet. Vooral de sterke vraag uit India stuwde de ureumprijzen, en mogelijk volgt er nog een tender die de markt tijdelijk kan ondersteunen.

Yara rekent erop dat de markt de komende jaren krapper wordt. De piek van de capaciteitsuitbreidingen buiten China is gepasseerd en de capaciteitsgroei zal in de periode 2026-2029 naar verwachting duidelijk achterblijven bij de trendmatige groei van de consumptie. In combinatie met een solide vraag wijst dit op een toenemende krapte in het wereldwijde evenwicht tussen vraag en aanbod, aldus Yara in zijn recente halfjaarrapport. Voor Europese producenten liggen betere marges in het verschiet, aangezien de termijnprijzen voor gas lager liggen dan de huidige niveaus.

Toch blijft China een belangrijke onzekerheidsfactor voor het evenwicht op de korte termijn. Voor 2025 worden de totale exporten nu geraamd op 3 tot 4 miljoen ton en meer dan de helft daarvan is inmiddels al door de markt opgenomen, maar de export kan daar ook bovenuit komen. Een ander risico is een prijsdaling van gewassen, vooral van maïs. Boeren in Europa en Noord-Amerika houden de betaalbaarheid van stikstof scherp in de gaten. Wanneer de prijzen voor gewassen dalen, is kunstmest al snel de eerste kostenpost waarop men bespaart. Dat gebeurde eerder en de kans is groot dat dit patroon zich opnieuw herhaalt.

Dankzij een combinatie van kostenreductie, optimalisatie van de productportefeuille en een verkrappende stikstofmarkt, staat Yara er goed voor. Het bedrijf verwacht een stijging van de vrije kasstroom en een structureel duurzamere winstgevendheid. Dat schept ruimte om aandeelhouders beter te belonen via dividend en andere uitkeringen, maar ook om opnieuw te investeren in groeikansen die waarde toevoegen. Zo is Yara bezig met diverse ammoniakprojecten in de Verenigde Staten. Het is nog niet duidelijk hoeveel geld er met deze investeringen is gemoeid en dat drukt op de koers van het aandeel. Voor dit jaar zijn de kapitaalinvesteringen niettemin verlaagd van $1,2 mrd naar $1,0 mrd en de plannen voor de bouw van een blauwe, duurzame, ammoniakfabriek in de VS zijn afgeblazen.

Het effect van hogere prijzen was in de eerste jaarhelft al goed te zien in de resultaten. De aangepaste ebitda steeg in het tweede kwartaal met 27% naar $652 mln. Dat was iets lager dan de consensusraming onder analisten van $668 mln. De volumes gingen met 1% omhoog, vooral dankzij een sterke vraag naar kunstmest in de Verenigde Staten. Voor heel het jaar heeft Yara geen winstverwachting afgegeven, maar de markt voorziet een sterke ebitda-stijging van circa 27%.

Advies Yara is ‘kopen’

Het aandeel noteert tegen een k/w van 7,3 voor 2025 en van 10,3 voor 2026, op basis van de verwachting dat de ureum-prijzen volgend jaar weer wat inzakken. De ureum-prijzen liggen nog 50% onder de piekniveaus uit 2022 en zouden de komende jaren kunnen aantrekken gezien de geschetste verkrapping van de markt. In dit scenario kan de winst van Yara (investeerderspagina) fors omhoog, wat het aandeel speculatief koopwaardig maakt.

CF Industries

Voor hun marktprognose op middellange termijn krijgen de Noren bijval van CF Industries . Dat Amerikaanse bedrijf, ’s werelds grootste ammoniakproducent, rekent op toenemende krapte op de stikstofmarkt. De wereldwijde productiecapaciteit groeit de komende vier jaar namelijk niet snel genoeg om gelijke tred te houden met de verwachte vraag. Die stijgt jaarlijks met zo’n 1,5% voor traditionele toepassingen, en daarbovenop komt extra vraag vanuit de energietransitie, bijvoorbeeld voor schoon transport en waterstof.

Tegelijkertijd blijft het wereldwijde aanbod beperkt. Europese producenten van ammoniak kampen met magere marges, terwijl landen als Egypte, Trinidad en Iran afhankelijk blijven van schaarse aardgasvoorraden. Dankzij een sterke vraag in India en Noord-Amerika verkrapte de markt reeds in het eerste halfjaar. Daarbij speelde ook de geopolitieke onrust in de wereld een rol. Eind tweede kwartaal werd bijvoorbeeld de productie in Egypte en Iran tijdelijk stilgelegd, net als twee fabrieken in Rusland. Zelfs als China extra ureum exporteert, heeft de mondiale industrie niet voldoende extra capaciteit om makkelijk aan de vraag tegemoet te komen, zo stelt CF Industries. Aan de andere kant maakt het bedrijf zich zorgen over de betaalbaarheid van kunstmest voor Amerikaanse boeren, omdat de prijzen van maïs zijn achtergebleven.

Nieuwe projecten voor CO2-arme ammoniak en de verwachte krappere marktomstandigheden moeten de aangepaste ebitda met 20% doen verhogen naar ongeveer $3 mrd in 2030, terwijl de vrije kasstroom met 33% aandikt naar circa $3 mrd. Een groot deel van de kasstroom vloeit terug naar de aandeelhouders, in de vorm van dividend en aandeleninkoop. Sinds 2010 is het aantal uitstaande aandelen zelfs meer dan gehalveerd. Voor de komende vier jaar is nog eens $2 mrd gereserveerd voor aandeleninkoop, ofwel bijna 15% van de huidige beurswaarde.

Advies CF Industries is ‘kopen’

De koers van het aandeel CF Industries is sinds januari met 2% gedaald, tegen het positieve sentiment in de sector in. De halfjaarcijfers vielen wat tegen door hoger dan verwachte gasprijzen en beleggers lijken zich ook zorgen te maken over mogelijk hogere Chinese exporten van ureum. Met de concurrentiepositie van CF Industries (investeerderspagina) zit het wel goed, gezien de relatief lage Amerikaanse gasprijzen. De geprognosticeerde ebitda-groei en voortdurende aandeleninkoop zouden wel eens kunnen resulteren in een dubbelcijferige stijging van de winst per aandeel in de komende jaren. Bij een k/w van 15,7 voor 2026 is het aandeel aantrekkelijk genoeg voor een eerste positie.

K+S

Voor potas, een meststof met een natuurlijke bron van kalium, is het beeld gemengd. K+S, een van de leidende Europese producenten, voorspelt dit jaar een hoge capaciteitsbenutting dankzij een solide vraag. De prijzen zijn dit jaar flink gestegen maar stabiliseerden de afgelopen maanden, geholpen door vraag uit Azië. In Brazilië daarentegen is het seizoen voorbij, en in Europa en Noord-Amerika kunnen boeren de aankoop van potas makkelijker uitstellen dan die van stikstof. Potas wordt gezien als minder essentieel op korte termijn, wat de vraag extra kwetsbaar maakt in tijden van lage landbouwinkomens. De prijs van potas is vooral sterk gecorreleerd aan die van maïs. Een nadeel voor K+S is het feit dat circa 70% van de productie uit Duitsland komt en dat het dus te maken heeft met relatief hoge energielasten. Met een nieuwe fabriek in Canada zal het kostenplaatje wel verbeteren.

Potas is kritiek mineraal

Potas staat op de conceptlijst van kritieke mineralen van de US Geological Survey (USGS) voor 2025 vanwege zijn essentiële rol in de landbouw en voedselzekerheid. Daarmee zet Washington een nieuwe stap richting beleidsondersteuning voor de mijnbouw en verwerking van deze grondstof. Behalve potas worden ook koper, lood, renium, silicium en zilver toegevoegd. De opname geeft toegang tot subsidies en snellere vergunningstrajecten. De kunstmestindustrie lobbyt al langer voor erkenning van potas als strategisch mineraal, mede om vrijstellingen van importtarieven te verdedigen. De VS haalt circa 80% van zijn potas uit Canada.

Ondanks de volatiele potasprijzen ziet het er voor de wat langere termijn redelijk uit. Het Duitse bedrijf verwacht dat de mondiale vraag naar potas tot 2032 met gemiddeld circa 2% per jaar zal toenemen en stelt dat de markt extra productiecapaciteit moet toevoegen om hieraan te kunnen voldoen. Blijft de productiegroei achter, dan is een verkrapping van de markt realistisch. De opening van een nieuwe grote fabriek van BHP is uitgesteld van eind 2026 naar medio 2027 en dat zou de prijs volgend jaar nog kunnen stutten.

Advies K+S is ‘houden’

Ondanks gestegen potasprijzen presteerde K+S in het eerste halfjaar slecht. De aangepaste ebitda is in het tweede kwartaal met 14,5% gedaald naar €109,7 mln en lag daarmee 21% onder de marktschatting. Bovendien kwam het bedrijf met een afboeking van €2 mrd door met name de waardedaling van de dollar.

Toch hield het vast aan zijn verwachting voor heel 2025 van een ebitda tussen €560 mln en €640 mln, ofwel een toename van 7,5% in het midden van de bandbreedte. Na de tegenvallende halfjaarcijfers is de koers met ruim 20% gedaald naar €11,37. Het aandeel (investeerderspagina) noteert tegen een vrij hoge k/w van 20 voor 2026, maar bij een herstel van de potasprijzen is het opwaartse winstpotentieel groot. Voor nu is een houdadvies gepast.

Duurzame ammoniak

CF Industries verwacht veel van blauwe ammoniak, waarbij de vrijkomende CO2 wordt afgevangen en opgeslagen. Dit verlaagt de CO2-uitstoot tijdens het productieproces. In een joint-venture met het Japanse energiebedrijf JERA en Mitsui gaat het bedrijf een nieuwe fabriek bouwen voor deze duurzame ammoniak. Daarbij gaat CF Industries uit van een CO2-verlaging van 95% tot 98%. Naar verwachting vergt de nieuwe productiefaciliteit een investering van mrd, waarvan CF Industries 40% voor zijn rekening neemt. Met een productiecapaciteit van ongeveer 1,4 miljoen ton wordt dit de grootste ammoniakfabriek in de wereld. De eerste productie wordt begin 2029 verwacht, voornamelijk bedoeld voor elektriciteitsopwekking en wat verder in de toekomst ook voor milieuvriendelijke brandstof voor schepen.


Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Jeroen Boogaard

Jeroen Boogaard

Expert

Jeroen Boogaard (1973) schrijft sinds 2011 voor Beleggers Belangen. Sinds 2010 is hij actief als zelfstandig financieel journalist, daarvoor werkte hij twaalf jaar bij een beleggingsmagazine als analist en later als adjunct-hoofdredacteur. Zijn specialisaties zijn vastgoed, Exchange Traded Funds (ETF's) en Nederlandse small- en midcaps.

Meer artikelen van deze expert