Aegon overweegt het hoofdkantoor te verplaatsen naar de Verenigde Staten. Die zet vestigt de aandacht ook op Amerikaanse verzekeraars die voor beleggers mooiere kansen bieden dan Aegon.
Alles wijst erop dat Aegon nog dit jaar aankondigt dat het hoofdkantoor verdwijnt uit Nederland. De mededeling dat de verzekeraar een verplaatsing van het hoofdkantoor naar de Verenigde Staten onderzoekt, leverde het aandeel eind augustus een koerssprong op van bijna 8% tot het hoogste niveau in meer dan tien jaar. Een deel van die stijging was overigens ook het gevolg van degelijke halfjaarcijfers en een vergroting van het aandeleninkoopprogramma.
Op de beleggersdag van 10 december wordt bekend of het verzekeringsbedrijf de overstap maakt. De kans is groot dat er straks weer een naam toegevoegd wordt aan de lijst bedrijven die Nederland als vestigingsland de rug toekeren. Het vertrek van Aegon is in tegenstelling tot de verhuizing van veel andere bedrijven niet ingegeven door fiscale en regelgevende argumenten. Na de verkoop van de Nederlandse activiteiten aan ASR, is de Amerikaanse markt goed voor circa 70% van de operationele kapitaalaanwas. Dat percentage kan de komende jaren verder groeien, want Aegon heeft de pijlen gericht op de Amerikaanse pensioenmarkt. Topman Lard Friese benadrukte in 2023 dat de 68 miljoen huishoudens met een middeninkomen steeds meer de noodzaak inzien van kapitaalopbouw voor de oude dag. Aegon investeert flink in het uitbreiden van het adviseursnetwerk van dochter Transamerica, om een groter deel van die taart te kunnen pakken.
Gunstige overstap
Er zijn allerlei redenen waarom een verhuizing naar de Verenigde Staten gunstig kan uitpakken voor aandeelhouders van Aegon. De waardering van Amerikaanse verzekeraars ligt bijvoorbeeld een stuk hoger dan in Europa. De k/w van de S&P Insurance Index ligt op 12,0 terwijl het gemiddelde voor de drie grote Nederlandse verzekeraars 7,5 is. Het flinke waarderingsverschil wordt voor een deel verklaard door het versplinterde karakter van de Europese markt. In juni vertelde ASR-topman Jos Baeten nog in een interview met dit blad dat de kans heel klein is dat hij een stap over de grens zet: ‘Het heeft pas echt zin om naar mogelijkheden in het buitenland te kijken als de fiscale, wetgevende en kapitaalregimes veel dichter bij elkaar liggen. Het is heel jammer dat er nog geen vlak Europees speelveld is.’
Binnen de Verenigde Staten is het dankzij de uniforme regelgeving aanzienlijk eenvoudiger om de activiteiten uit te bouwen naar nieuwe regio’s. Uit verschillende studies komt bovendien naar voren dat de waardering van een bedrijf 20 tot 32% hoger komt te liggen als de hoofdnotering naar Wall Street wordt verplaatst.
Prudential Financial
De Amerikaanse aandelenmarkt heeft beleggers ook afgezien van een eventuele overstap van Aegon veel te bieden. Een goed voorbeeld is Prudential Financial (PRU) dat dit jaar de 150ste verjaardag viert. Oorspronkelijk richtte de onderneming zich volledig op het aanbieden van uitvaartverzekeringen. Onder meer via overnames is het productaanbod sindsdien enorm uitgebouwd. Behalve op verzekeringen richt de verzekeraar zich ook op de pensioenmarkt.
In tegenstelling tot Aegon – dat de focus legt op pensioenvoorziening van de Amerikaanse middenklasse – is Prudential vooral sterk in het overnemen of beheren van het pensioenrisico van bedrijven. Op de eigen thuismarkt is de onderneming marktleider op dit vlak met een aandeel van circa 40%. Daarnaast wordt ingezet op groei in Europa en Japan. In deze regio’s ontstaan door de toenemende vergrijzing en herziening van pensioenstelsels allerlei kansen voor partijen zoals Prudential. Dichtbij huis sloot het bedrijf begin augustus een overeenkomst met NN Group, waarbij $4 mrd aan langlevenrisico van de Nederlandse verzekeraar werd overgenomen.
Door de omvang van de pensioenpoot (43% van het bedrijfsresultaat) heeft Prudential een wat hoger risicoprofiel. Dat wordt echter beperkt door de grote expertise op dit vlak, de wijze waarop de verzekeraar een deel van dit risico doorschuift naar andere partijen en de stabiliteit van de andere activiteiten. Net als veel andere verzekeraars heeft de onderneming een eigen vermogensbeheerder. Het omvangrijke beheerd vermogen ($1,4 bln) vertaalt zich naar grote schaalvoordelen.
Ter vergelijking: Prudential is in dit opzicht ongeveer vijf keer zo groot als Aegon Asset Management. De onderneming zet sterk in op kunstmatige intelligentie om ook de marge van andere bedrijfsonderdelen naar een hoger niveau te tillen. Een speciale AI-tool neemt bijvoorbeeld bij klantgesprekken al een groot deel van de administratieve processen over en maakt eventueel vervolgacties aan. Hierdoor kunnen salesmedewerkers gemiddeld een halve dag per week extra besteden aan klantcontact.
De relatief hoge marges op het vlak van pensioenoverdracht en de schaalgrootte vertalen zich in een rendement op het eigen vermogen van 14,4%. Dat ligt net iets boven de bandbreedte van 12% tot 14% die gebruikelijk is voor grote of gespecialiseerde verzekeringsbedrijven. De marge kan de komende jaren nog iets toenemen, zodra de investeringen in technologie en kunstmatige intelligentie zich uitbetalen. Als Amerikaanse verzekeraar berekent Prudential niet de in Europa gebruikelijke kapitaalbuffer Solvency II. In plaats daarvan wordt de Amerikaanse Free Surplus Ratio gepubliceerd. Deze zogeheten vrije kapitaalbuffer komt momenteel uit op 234%. Dat betekent dat de verzekeraar ruim dubbel zoveel kapitaal aanhoudt als strikt vereist. De onderneming zelf streeft in dit opzicht naar een niveau van 175% tot 200%. Er ligt dus behoorlijk wat ruimte om het dividend in de toekomst verder op te schroeven. De uitkering is overigens al 17 jaar op rij verhoogd. De afgelopen vijf jaar steeg het dividend met gemiddeld 5%. De ruime financiële positie en de mooie groei op de pensioenmarkt wijzen erop dat de uitkering in de toekomst nog wat sneller kan toenemen. Het kwartaaldividend van $1,35 levert een rendement op van 5,0%.
Voya Financial
Voya Financial (VOYA) speelt op een andere wijze in op verschuivingen binnen de Amerikaanse pensioenmarkt. In de Verenigde Staten is het gebruikelijk om zelf vermogen op te bouwen voor de oudedagsvoorziening. Veel werkgevers bieden een 401k-pensioenrekening aan, waarin je als werknemer fiscaalvriendelijk pensioengeld opzij zet. Deze mogelijkheid werd in 1978 geïntroduceerd als onderdeel van een grote wijziging van het belastingstelsel. Inmiddels heeft 54% van de huishoudens een 401k-rekening. Traditioneel werd het overgrote deel van het pensioenvermogen geïnvesteerd in aandelen, maar Voya zet sterk in op het beter belegbaar maken van andere beleggingscategorieën. Half juli kondigde de onderneming in dit kader bijvoorbeeld een samenwerking aan met private equity-specialist Blue Owl. Het aantal klanten met een ‘defined contribution’-rekening is sinds 2020 met gemiddeld 11% per jaar toegenomen tot bijna 10 miljoen. Daarmee is Voya uitgegroeid tot een van de vijf grootste pensioenuitvoerders in de Verenigde Staten. Het totale vermogen in dit segment groeide zelfs nog een tandje sneller dan het aantal deelnemers tot $690 mrd.
De pensioendivisie is met een bijdrage van circa 60% aan het operationeel resultaat uitgegroeid tot de belangrijkste pijler onder Voya. De divisie vermogensbeheer is goed voor ongeveer 15% en het overige deel is afkomstig uit de ziektekostenverzekeringstak. Voya is een top 3-speler in het segment aanvullende verzekeringen en (stop loss-)verzekeringen waarmee bedrijven zich indekken tegen zeer hoog oplopende ziektekosten. In dit segment kiest de onderneming echter nadrukkelijk voor het beschermen van de marges boven het uitbouwen van de marktpositie. In het tweede kwartaal namen de premie-inkomsten met 6% af naar $3,6 mrd omdat Voya niet meeging in prijsverlagingen die sommige concurrenten doorvoerden.
Het pensioensegment wordt de komende jaren dan ook steeds belangrijker voor het concern. De sterke positie binnen deze markt was in maart al aanleiding om een koopadvies af te geven voor Voya en om het aandeel op te nemen in de Koerswijzer. Na een goed eerste halfjaar stevent het bedrijf af op een aangepaste winst per aandeel die circa $0,15 hoger ligt dan de $8,30 waar het indertijd naar uitzag. Met het oog op de dubbelcijferige winstgroei van de komende jaren is de waardering (k/w 9,0) nog altijd zeer aantrekkelijk. De belangrijkste kanttekening is dat het dividendrendement van 2,4% beduidend lager ligt dan het sectorgemiddelde. Een snelle groei van de uitkering maakt voor inkomstenbeleggers veel goed.
Principal Financial
Het groeitempo van Principal Financial Group (PFG) ligt een tandje lager, maar dat geldt ook voor het risicoprofiel. Het bedrijf ging in 1879 van start als een levensverzekeringsbank, maar door de overname van de institutionele pensioentak van Wells Fargo kreeg de onderneming een evenwichtiger bedrijfsmodel, dat vergelijkbaar is met dat van Prudential. Vorig jaar heeft Principal de afdeling die werkgevers en -nemers begeleidt bij pensioenplannen vernieuwd en uitgebreid.
Een belangrijk verschil is dat het bedrijf klanten nu ook advies geeft bij het vinden van een passende oplossing, in plaats van alleen wat algemene informatie te verstrekken. Hierdoor slaagt Principal er beter in om klanten en kapitaal langer aan zich te binden. Het beheerd vermogen van $723 mrd lag eind juni 8% hoger dan een jaar eerder. Door scherp kostenbeleid nam de operationele winst in dit segment met 10% toe tot $224 mln. In de pensioendivisie steeg dat bedrag met 5% tot $296 mln, terwijl de groei bij de verzekeringsactiviteiten door een eenmalige afboeking bleef steken op 3% (naar $149 mln).
Principal streeft naar een groei van de winst per aandeel van 9% tot 12% op de langere termijn. Daarvoor vertrouwt het bedrijf behalve op een onderliggende winstgroei ook op de inkoop van eigen aandelen. In 2024 heeft Principal voor $1 mrd eigen stukken gekocht. Dankzij een ruime kapitaalbuffer kan dat tempo de komende jaren worden doorgezet, terwijl het dividend (3,9% rendement) al ruim tien jaar gestaag groeit. Hoewel het bedrijf zich in operationeel opzicht kenmerkt door de voorspelbare resultaatontwikkeling, kan de positie van middelgrote vis in een consoliderende vijver in de toekomst mogelijk ook zorgen voor enige overnamefantasie.
Advies aandelen Voya, Prudential en Principal allemaal op ‘kopen’
\De verwachte verhuizing van Aegon naar de Verenigde Staten vestigt de aandacht op kansrijke Amerikaanse verzekeraars. Voya onderscheidt zich met een stevig groeitempo, Prudential met marktleiderschap en hoge marges, en Principal met stabiele, voorspelbare resultaten. Samen bieden ze beleggers aantrekkelijke alternatieven om in de portefeuille op te nemen naast koopwaardige Nederlandse ASR en NN Group. Voya (investeerderspagina), Prudential (investeerderspagina) en Principal (investeerderspagina) verdienen een koopadvies.
Valutaverschillen en politiek risico
Investeren in Amerikaanse in plaats van Europese verzekeraars kent ook nadelen. Wisselkoersverschillen kunnen het rendement stevig beïnvloeden. In de eerste helft van dit jaar daalde de dollar met ruim 4% ten opzichte van de euro. In dezelfde periode steeg Aegon slechts 5%, terwijl ASR en NN Group respectievelijk 15% en 12% wonnen. Met een hoofdnotering in New York wordt de impact van valutaschommelingen waarschijnlijk nog groter. Daarnaast is de Amerikaanse dividendbelasting met 30% dubbel zo hoog als in Nederland (15%). Terugvorderen kan, maar vraagt extra administratieve inspanning via het W-8BEN-formulier. Tot slot vormt de politieke onzekerheid door de onvoorspelbare koers van president Donald Trump een risico. Mogelijke wijzigingen in belasting- of handelsbeleid kunnen direct doorwerken in de waardering van Amerikaanse aandelen.