Aandelen startten de woensdag ruim een procent lager. Angst kwam in de markt omdat Fed-gouverneur Brainard zei dat inflatie het belangrijkste doel van de centrale bank is en om de huidige inflatie te gaan beteugelen.
In mei kan bijvoorbeeld al worden begonnen met de afbouw van de Fed-balans van $9 bln. Beleggers reageerden op deze uitlatingen van Brainard door het aantal verwachte renteverhogingen voor 2022 te laten stijgen naar 9,8%. De Amerikaanse tienjaarsrente steeg naar 2,63%. Dit is de hoogste stand sinds 2019 en de technologie-index Nasdaq verloor gisteravond 2,3%.
De jaren zeventig
Sommige beleggers reageerden als door een wesp gestoken: ze verkochten hun aandelen omdat ze al aan de jaren zeventig dachten. In dat decennium was er inflatie en waren aandelenrendementen dramatisch. De Dow Jones bereikte in 1966 voor het eerst de 1000 punten stond daar in 1982 nog steeds. De waarde van de dollar was echter met ruim 50% gedaald.
Een groot verschil tussen de jaren zeventig en nu, is dat toen meestal de rente boven de inflatie lag. Dit betekent dat sparen het vermogen nog altijd kon doen groeien.
Sparen is zinloos
In 2022 is het echter onmogelijk om met sparen het vermogen te laten groeien. In de Grafiek van de Dag staat de Amerikaanse rente gecorrigeerd voor inflatie. Dit laat zien dat er geen enkele redenen is om uit aandelen te gaan en te gaan sparen.
Op 12 april komt het nieuwe Amerikaanse inflatiecijfer uit. Over februari was het 7,9% en de gemiddelde analistenverwachting is dat de inflatie oploopt naar 8,3%.