Het was al geen feest voor de olie- en gasindustrie, maar daar kwam twee weken geleden nog het Brexit-referendum bij. BP vinden wij al enige tijd een van de minst aantrekkelijke fondsen in deze sector en het vooruitzicht van een Brits uittreden uit de EU heeft dat alleen maar versterkt.
Kwartaalcijfers zetten de toon
Na een zwak laatste kwartaal in 2015 begon 2016 eveneens met sombere kwartaalcijfers. Wij zien dit als een voorbode voor een slecht 2016 en verwachten ook voor 2017 geen spectaculaire ontwikkelingen bij BP (althans geen positieve). De onderliggende winst daalde op jaarbasis van $2,6 mrd in 2015 naar $532 mln in het eerste kwartaal van 2016. BP schreef dit kwartaal een forse $917 mln af voor de milieuramp in de Golf van Mexico uit 2010. Dit hoofdpijndossier heeft de oliemaatschappij inmiddels al $56,4 mrd gekost. Als verwacht kreeg het resultaat bij upstream de grootste klappen. Daar daalde de onderliggende brutowinst van $604 mln vorig jaar naar een verlies van $747 mln. De resultaten bij downstream – die vorig jaar bij veel oliemaatschappijen de upstreamverliezen nog deels compenseerden – moesten nu ook een veer laten. De onderliggende brutowinst daalde van $2,2 mrd vorig jaar naar $1,8 mrd. De gemiddelde raffinagemarges in het eerste kwartaal waren de laagste van de afgelopen vijf jaar. De nettoschuldpositie (net debt) liep op tot $30,0 mrd vergeleken met $25,1 mrd een jaar geleden. BP verwacht voor het tweede kwartaal een lagere productie.
De investering in Rosneft zal veel lagere dividenden opleveren dan de TNK-BP joint venture van weleer
Brexit en BPexit
Behalve dat het broze olieprijsherstel een flinke tik heeft gekregen van de Brexit, is de onrust en onzekerheid ook toegenomen. Het is lastig in te schatten wat op termijn het effect van de Brexit zal zijn, maar wij achten de kans op negatieve effecten groter dan op positieve. De nieuwe verhouding tussen het VK en de rest van Europa wat betreft handelsverdragen en de mobiliteit van goederen en kapitaal blijft een vraagteken. Na aankondiging van de Brexit is het Britse pond 7,8% in waarde gedaald ten opzichte van de Amerikaanse dollar en op een niveau beland dat in maart 2009 voor het laatst is voorgekomen. In twee dagen tijd ging de olieprijs zo’n 7,5% onderuit. Dat heeft de onrust over het prijsniveau weer aangewakkerd. Een depreciatie van de pond en van andere Europese munten ten opzichte van de dollar betekent dat olie – dat in dollars noteert – duurder wordt, wat de vraag ernaar doet afnemen. Aangezien het aanbod al groter is, zal dit de prijs onder druk zetten, wat weer kan leiden tot verdere investeringsbeperkingen door oliemaatschappijen. Die vraag naar olie komt ook onder druk als de Britse economische groei afzwakt, iets waar verschillende onderzoeksbureaus al vanuit gaan. Deze groeiafzwakking kan overslaan op de overige Europese landen, wat de vraag naar, en daarmee de prijs van olie nog verdere schade kan berokkenen. Daar komt nog het onvermogen van OPEC om tot productieafspraken te komen bij, alsmede de mogelijkheid dat de productie in Nigeria – nu de rust wat is weergekeerd – weer op gang kan komen. Het is voor de hand liggend dat een verslechtering van de olie- en gasmarkt de zwakkere spelers eerder raakt dan de sterkere. Tot die eerste categorie rekenen we BP, vandaar dat ons verkoopadvies door de Brexit alleen maar krachtiger is geworden.
Oliebedrijven investeren 27% minder
Barclays heeft enkele maanden geleden in zijn Global E&P Spending Survey de ramingen voor de investeringen van oliemaatschappijen naar beneden bijgesteld. Waar de bank aan het begin van het jaar uitging van een daling van de investeringen met 15%, is de verwachting nu een teruggang met 27%. De daling van 23% in 2015 inbegrepen, betekent dit dat de investeringen 44% onder het niveau van 2014 komen te liggen. Het is bovendien voor het eerst sinds 1986-87 dat de investeringen twee jaar op rij dalen. De uitgaven in Noord-Amerika zullen 40% lager liggen dan in 2015, terwijl buiten de VS een daling van 21% wordt verwacht. Niet alleen internationale oliemaatschappijen, maar ook staatsbedrijven zullen dit jaar de budgetten sterk terugschroeven. Zo zal het Mexicaanse Pemex de investeringen met 31% verlagen, terwijl het Braziliaanse Petrobras en PetroChina die met respectievelijk 21% en 20% terugbrengen.
Russisch risico
Een ander minpunt is het risico door de relatie van BP met Rusland. BP houdt een 20%-belang in Rosneft. Voorheen vormde BP samen met het Russische consortium Alfa-Access-Renova (AAR) de 50-50 joint venture TNK-BP. De investering in Rosneft zal veel lagere dividenden opleveren dan de TNK-BP joint venture van weleer. Daarnaast heeft de Russische overheid een groot belang in Rosneft, wat de hele onderneming een stuk riskanter maakt. Het risico door de afhankelijkheid van de Russische autoriteiten en de illiquiditeit van het aandelenbelang in Rosneft moet niet worden onderschat. Zo is BP middels Rosneft betrokken bij controversiële offshore-activiteiten in het noordpoolgebied waarover het bedrijf geen operationele controle heeft. Daarnaast zijn de inkomsten uit de aandelen Rosneft instabiel als gevolg van politieke spanningen die hebben geleid tot sancties tegen de Russische oliesector. Dit betekent een verhoogd risico.
Hoe zeker is het dividend?
In het eerste kwartaal genereerde BP een operationele kasstroom van $1,9 mrd, na aftrek van de kosten voor de olieramp in de Golf van Mexico. De uitstroom bedroeg $6,2 mrd. Die grotere uitstroom werd gefinancierd uit liquide middelen en voor $1,1 mrd uit de verkoop van activa. BP kan niet tot in lengte van dagen interen op zijn liquide middelen. Als de olieprijs lange tijd op het huidige niveau blijft liggen of daalt en de schadevergoedingen voor de olieramp een last blijven, zal BP zijn schulden moeten vergroten, de investeringen of het dividend moeten verlagen, of voor een combinatie van deze opties moeten kiezen. Schuldverhoging om dividend te kunnen betalen, zou geen verstandige beslissing zijn. BP moet een optimale mix van eigen en vreemd vermogen nastreven om financieel sterk en flexibel te blijven. Wij sluiten daarom niet uit dat BP bij gelijkblijvende omstandigheden het dividend zal moeten verlagen.
Lees ook: BP onderscheidt zich