De week begon goed. Op maandag reageerden de Europese beurzen opgelucht op de berichten dat de langdurige Amerikaanse government shutdown eindelijk op zijn einde leek te lopen. Die shutdown was niet alleen een politiek steekspel, ze legde ook een deel van de economische statistieken lam. Dat zorgde de voorbije weken voor ruis en onzekerheid op de markten. Een mogelijke doorbraak was dus welkom.
Maar het was duidelijk dat beleggers niet alleen naar Washington keken. De vraag die boven de markt hing: in hoeverre blijven de centrale banken de komende maanden steun bieden? De verwachtingen voor extra renteverlagingen waren al afgekoeld, en in de loop van de week werd dat gevoel alleen maar sterker.
Even technologie in de sportlights
Vanaf woensdag verschoof de aandacht opnieuw richting technologieaandelen, die dit jaar de locomotief van de opstoot waren geweest. Maar waar een rally is, volgt meestal ook een tegenbeweging. Die kwam er donderdag in alle hevigheid: de Nasdaq kreeg een tik van ruim 2 procent, en ook de S&P 500 moest terrein prijsgeven. Een verkoopgolf in grote namen — vooral nadat een prominente investeerder zijn volledige belang in Nvidia van de hand had gedaan — zette de toon.
Bijkomend probleem: enkele Fed-bestuurders lieten verstaan dat een renteverlaging in december verre van zeker is. De inflatie lijkt wel onder controle, maar de centrale bank wil geen overhaaste stappen zetten. Dat remde de kooplust zichtbaar af.
Op vrijdag probeerden de Amerikaanse beurzen zich voorzichtig te herpakken. De Nasdaq eindigde zowat vlak, terwijl de Dow wat terrein verloor. Het slotgevoel was er één van ingehouden spanning. Door de shutdown waren belangrijke economische cijfers uitgesteld, waardoor iedereen zo’n beetje in het donker tast over de echte gezondheid van de Amerikaanse economie. Zonder data wordt het moeilijk om de situatie correct in te schatten.
In Europa is het vertrouwen broos
In Europa verliep het einde van de week gelijkaardig. De initiële euforie van maandag maakte plaats voor een realistischer kijk op de markt. Ook hier begonnen beleggers zich af te vragen of de rally van de voorbije weken niet te veel op optimisme was gestoeld. Sectorrotatie werd opvallend zichtbaar: technologie ging onderuit, terwijl defensievere sectoren zoals nutsbedrijven en energie opnieuw meer interesse kregen.
Het was een week die vooral duidelijk maakte hoe broos het vertrouwen blijft. De hoop op een zachte landing van de economie leeft nog altijd, maar de onzekerheid over groei, inflatie en het rentepad blijft knagen. De afwachtende houding van de Fed en het gebrek aan economische gegevens door de shutdown droegen bij aan dat voorzichtige sentiment.
En de vijfde weekwinnaar is …
Dirk Segers sloot de week als winnaar af met de portefeuille Dé Grondstoffer. Het rendement bedraagt 7,54 procent, iets meer dan de tweede TDongen, met een winst van 7,27 procent. Derde werd Peter met ook een mooi rendement van 6,50 procent. De winnende deelnemers hebben hoofdzakelijk ingezet op aandelen uit de energie- en de grondstofsector en ook wat IT-waarden. De winnaar van deze week heeft er zelfs zijn portefeuille naar vernoemd.