De Beleggers Challenge loopt slechts over tien weken. Maar de wedstrijd biedt wel de kans om van het beleggen in aandelen te proeven en te ontdekken of het iets voor jou is. Door verstandig te beleggen zul je op lange termijn zelfs beter doen dan enkel maar je koopkracht op peil houden.
Vervelende inflatie
Als je sparen inruilt voor beleggen, moet je beseffen dat je niet langer weet wat de opbrengst wordt. Maar in ruil krijg je wel een hogere gemiddelde opbrengst, waarmee je minstens de koopkracht behoudt en een deftige aanvulling hebt op je pensioen, dat de komende decennia mogelijk aan welvaartsvastheid inboet.
De inflatie vreet jaar na jaar je koopkracht weg. Wat je nu voor 100 euro koopt, zal over tien jaar 121 euro kosten bij een jaarlijkse inflatie van 2 procent. Jouw spaargeld moet dus minstens ook dat rendement behalen om geen koopkrachtverlies te lijden. Maar tegen de huidige rentes op spaarproducten kom je er niet. De jongste jaren is de spaarrente doorgaans onder de inflatie gegaan. Dat heeft te maken met de massale opbouw van schulden bij de overheden. Om die schuldenpandemie onder controle te houden, zullen de centrale banken er alles aan doen om de basisrente en de lange rente zo laag mogelijk te houden.
Dat wil zeggen dat de reële rente (nominale rente min de inflatie) doorgaans negatief is en je met je vergoeding op de spaarrente je koopkracht niet op peil kunt houden. Alleen maar sparen staat gelijk met verarmen in reële termen.
Vroeg begonnen, is half gewonnen
Gelukkig is er een oplossing: verstandig beleggen. Daarmee zul je op lange termijn zelfs beter doen dan enkel maar je koopkracht op peil houden. Het wordt een instrument om aan vermogensopbouw te doen. Wie een gemiddeld rendement van 7 procent per jaar haalt, ziet zijn rendement elk decennium verdubbelen. 10.000 euro wordt na tien jaar 20.000 euro, na twintig jaar 40.000 euro en na veertig jaar 160.000 euro.
Die cijfers zijn een argument om er zo jong mogelijk aan te beginnen en nooit te stoppen, wat in de eerste jaren ook jouw resultaten zijn. Hoe sneller je in jouw beleggingscarrière met een crash wordt geconfronteerd, hoe beter. Enkel door het te voelen, kom je tot inzichten.
Een succesvolle belegger worden, is zoals een marathon lopen. Je komt er maar stap voor stap en je moet enkel op het langetermijndoel focussen. Het is irrelevant wie in een marathon na een kilometer op kop loopt. Het is irrelevant wat het rendement van je beleggingen in het eerste jaar is. Het doel is op lange termijn een appeltje voor de dorst te hebben en zelfs financieel onafhankelijk te worden.
Het gaat de eerst jaren niet over rendement, maar om drie dingen: leren, afleren en bijleren
Zet dan ook nooit een doel op korte termijn. Dat is niet alleen zinloos, het is een gigantische valkuil. Verwacht de eerste jaren niets, want het is niet belangrijk. Bouw rustig op. Dat moet een beginnende marathonloper ook doen om niet gekwetst te geraken. Toch vliegen velen er meteen in. Ze nemen te veel risico met vooral techaandelen en cryptomunten. Het kan niet spectaculair genoeg zijn, want ze willen meteen veel winnen. Dat is geen goed idee, want ze missen ervaring. Het gaat de eerst jaren niet over rendement, maar om drie dingen: leren, afleren en bijleren.
Tijd heelt alle wonden
Knoop als beginnende belegger één ding in je oren: de tijd lost alle problemen van aandelenbeleggers op. Tot nog toe in de beursgeschiedenis zijn de aandelen na een crash telkens opnieuw naar een nieuwe piek gegaan. Het grootste geheim van Warren Buffett, de grootste belegger aller tijden? Niet zijn beleggingsmethode, maar vooral het feit dat hij al tachtig jaar onafgebroken belegt. Meer dan 85 procent van zijn fortuin heeft hij na zijn 65ste verjaardag verworven. Bij zij die al decennialang ononderbroken in aandelen beleggen, zijn er twee groepen: zij die al rijk zijn en zij die het worden.