Beleggers Belangen Live

ABN Amro en ING niet immuun voor Italiaanse turbulentie

Michiel Pekelharing

De koersen van ABN Amro en ING kregen een tik door de Italiaanse crisis. Maar hoewel de rust in de Italiaanse politiek is weergekeerd, ligt een voorspoedig koersherstel niet voor de hand.

De Nederlandse grootbanken kregen vorige week een behoorlijk tik door de politieke crisis in Italië. De koers van ING daalde binnen drie handelsdagen met 5% en bij ABN Amro was dat zelfs 6%.

Die terugval weerspiegelt voornamelijk zorgen dat de lokale politieke strubbelingen uitlopen op een eurocrisis. De blootstelling van beide banken aan Italië is namelijk zeer beperkt. Het land vormt hooguit 2% van de kredietportefeuille. Daar komt bij dat ABN Amro in 2017 al de weging van Italiaanse staatsobligaties in de bufferportefeuille halveerde, tot 1%. De waarde van deze leningen kreeg een tik door de vrees dat Italië uit de EU zou stappen. Het rendement op Italiaanse tienjaars staatsobligaties schoot binnen twee weken omhoog van minder dan 2 naar ruim 3%.

Europese banken

Met name Italiaanse banken hebben veel staatsleningen uit eigen land op de balans staan. Daarnaast worden ook Franse en Spaanse banken relatief zwaar geraakt. Dit verklaart waarom de koersdaling van ABN Amro en ING nog gunstig afstak bij de correctie van bijna 10% die de Euro Stoxx Banks Index maakte.

Inmiddels heeft het aantreden van een nieuwe regering in Italië de angel uit het conflict gehaald. Europese bankaandelen hebben de koersschade echter nog lang niet ingelopen. Beleggers rekenen op een hogere risicopremie nu het politiek risico weer volop in de schijnwerpers staat. De ervaringen van het afgelopen decennium wijzen uit dat het enkele maanden duurt voordat die risicopremie uit de koers verdwijnt.

Sentimentsomslag

Zelfs in een gunstig scenario, waarin de Italiaanse rel snel naar de achtergrond verdwijnt, ligt een vlot koersherstel niet voor de hand. Daarvoor speelt de dreiging van nieuwe regelgeving Basel IV (zie kader) een te grote rol. De vrees dat ABN Amro en ING een nog grotere buffer moeten opbouwen dan verwacht, is de belangrijkste factor waarom beide aandelen sinds de jaarwisseling met ruim 15% zijn gedaald.

De toekomstige dividendgroei pakt waarschijnlijk wat lager uit dan het zich aanvankelijk liet aanzien. Maar het huidige dividend maakt het de moeite waard om ABN Amro (5,3%) en ING (5,5%) vast te houden en af te wachten tot het negatieve sentiment omslaat.

Eerste kwartaal 2018 ABN Amro ING
Nettowinst €595 mln €1,2 mrd
CET1 ratio 17,5% 14,3%
Return on Equity 11,5% 10,3%

Kapitaalbuffer op peil houden

Door de invoering van nieuwe regelgeving Basel IV komt de kapitaalbuffer van Nederlandse banken onder druk te staan. Onder de nieuwe regels wordt er een hoger risico toegekend aan hypotheekleningen. Die vormen circa de helft van de kredietportefeuille van de grootbanken. Bij ABN Amro komt de kapitaalbuffer CET1 momenteel op 17,5% en bij ING is dat 14,3%. Als gevolg van de nieuwe regelgeving ontstaat er in de periode 2022 tot 2027 een druk van 4 à 5 procentpunt op de CET1. Om te voorkomen dat de (ruime) buffers (te) ver dalen, moeten de banken hun kapitaalbuffers verder aanvullen. Onder de huidige omstandigheden is dat prima mogelijk door een wat groter gedeelte van de winst opzij te zetten. Hierdoor blijft echter wel minder ruimte voor dividendverhogingen en aandeleninkoop.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Michiel Pekelharing

Michiel Pekelharing

Expert

Michiel Pekelharing (1976) schrijft sinds midden jaren ‘90 voor Beleggers Belangen, waar hij begon als junior (internet)redacteur. Inmiddels werkt hij als freelance financieel journalist. Naast zijn werk voor Beleggers Belangen is hij onder meer actief als hoofdredacteur van FondsNL. Michiel is gespecialiseerd in de aandelensectoren (bio)Chemie, Handel (zakelijk) en Industrie, en schrijft daarnaast veel over de ontwikkelingen op het vlak van beleggingsfondsen en ETF’s, gestructureerde producten en grondstoffen.

Meer artikelen van deze expert