Eindcijfers van Nederlandse en Europese hoofdfondsen
Voor de een is het aanbreken van de zomervakantie het sein om alle beslommeringen achter zich te laten, voor de ander is het een mooi moment om de aandelenportefeuille tegen het licht te houden. Het adviescijfer achter analistenrapporten geeft een representatief beeld van het gemiddelde beleggingsadvies en kan vrij makkelijk worden achterhaald.
Het gemiddelde beleggingsadvies peilt aan de hand van alle koop-, houd- en verkoopaanbevelingen van de voorbije twaalf maanden onder aandelenanalisten de consensus. Het gemiddelde advies wordt bij dataleveranciers als Bloomberg, Capital IQ, FactSet en LSEG, berekend volgens het 5-3-1-puntenstelsel.
Hierbij wordt aan alle actuele koopadviezen 5 punten toegekend, aan de houdadviezen met 3 punten en aan de verkoopadviezen 1 punt. Is het gemiddelde cijfer hoger dan 3,5 dan is het aandeel koopwaardig, tussen de 2,5 en 3,5 mag je het aandeel aanhouden en is het gemiddelde lager dan 2,5 dan moet je het verkopen.
Schoolrapport
In onze contreien vinden beleggers het 10-5-1-puntenstelsel makkelijker te begrijpen. Het adviescijfer van dit stelsel lijkt meer op het eindcijfer van schoolrapporten, omdat de koopadviezen 10 punten krijgen, de houdadviezen 5 punten en verkoopadviezen 1 punt.
In de AEX is Exor het aandeel met het hoogste rapportcijfer. Analisten geven de van oorsprong Italiaanse investeringsmaatschappij van de familie Agnelli een volle 10! Andere hoofdfondsen die bij aandelenspecialisten hoog in het vaandel staan, zijn Shell en DSM-Firmenich. Zij scoren een dikke 9.Het hoofdaandeel waar analisten niet of minder over te spreken zijn, is ABN Amro. Het eindcijfer van 5,83 wordt afgerond tot 6, net als bij Randstad en KPN.
Wie de adviescijfers van alle hoofdfondsen op een rij zet, ziet dat het eindcijfer van de AEX op 8,11 uitkomt. Eenzelfde exercitie met de indexleden van de EuroSTOXX 50 geeft 7,90 als eindcijfer, oftewel afgerond 8.
De pan-Europese hoofdindex telt twee aandelen met eindcijfer 10. Het adviescijfer (9,76) van het Franse bouwbedrijf Vinci wordt net als de 9,57 van de Duitse fabrikant van halfgeleider Infineon naar boven afgerond. De cijferlijst van de EuroSTOXX 50 telt twee aandelen met 5 als eindcijfer. Het adviescijfer achter de analistenrapporten van de Duitse verzekeringsmaatschappij Münchener Rück reikt niet verder dan 4,38, wat neerkomt op een onvoldoende. Allianz, die andere Duitse verzekeraar, scoort marginaal beter, maar ook 5,47 is (afgerond) geen voldoende. Het cijfer 5 geldt als een onvoldoende.
Cijferlijsten met eindcijfers
Uit het eindcijfer kun je niet opmaken of een bepaald aandeel (nog) ruimte heeft om te stijgen. Dat vraagt om een blik op het gemiddelde koersdoel van analisten.
Het ligt voor de hand om te kiezen voor aandelen met het hoogste koersdoel. Hoe hoger het becijferde koersdoel, hoe hoger het winstpotentieel. Het gemiddelde koersdoel geeft een relatief betrouwbare indicatie van het winstpotentieel, omdat daarin alle koersdoelen verwerkt zijn.
Het gemiddelde koersdoel laat uitschijnen dat de AEX over een jaar 14% hoger noteert dan nu, rond het niveau van 1040 punten. Het winstpotentieel van de EuroSTOXX 50 voorspelt een stijging van 10,6% voor de pan-Europese index tot het niveau van 5800 punten.
De blik op de cijferlijsten leert dat het verschil tussen het hoogste en laagste koersdoel behoorlijk ver uit elkaar ligt. Een grote spreiding wijst op verdeeldheid. Het is een bron van risico. Aandelen met een kleine spreiding tussen het hoogste en laagste koersdoel presteren doorgaans beter. Ergo, bij eenzelfde eindcijfer is de kans dat het gemiddelde koersdoel wordt bereikt het grootst bij aandelen met een kleine spreiding.