Procter & Gamble vertoonde in het tweede kwartaal van het gebroken boekjaar in grote lijnen hetzelfde beeld als in het eerste. Het bedrijf is wel in staat om de hoeveelheid verkochte producten te vergroten, maar kan dit geen vervolg geven met prijsverhogingen. De prijsconcurrentie en deflatie in de markten reduceert de hoeveelheidseffecten zodat er een schamele 2% autonome groei (in dit geval alleen zonder buitengewone posten) overblijft. Daatmee blijft het bedrijf achter bij het sectorgemiddelde van 3%. Prijskracht kan alleen ontstaan door populairdere producten te maken in de premiumsfeer, zodat de consument bereid is hogere prijzen te betalen. Dit totaalbeeld verschilde vanzelfsprekend wel per divisie.
Dan was er nog de duurder wordende dollar tegenover menig andere valuta. Die neutraliseerde de autonome omzetgroei, waardoor de gewone kwartaalomzet constant op $16,9 mrd bleef staan. Het operationeel resultaat steeg met 2%, naar $4,7 mrd. Margestijging die werd geboekt met productiviteitswinst (kostenbesparingen) moest weer worden weggegeven aan extra andere uitgaven, zoals voor marketing. Door extra rentekosten daalde de nettowinst met 12%, tot $2,6 mrd.
De resultaten zijn voor Procter & Gamble aanleiding om de verwachting van de autonome omzetgroei voor het hele boekjaar 2016/17 te verhogen van 2% naar 2-3%. Van de dollar wordt juist een negatief effect van 2-3% verwacht, waardoor de omzetgroei rond 0% zou uitkomen. Dat is geen superprestatie. Een k/w van 22,7 wordt in dat geval wel erg veeleisend.
Lees ook: Procter & Gamble maakt einde aan stijgende trend
Wie mag dit artikel niet missen? U kunt als abonnee dit artikel cadeau geven aan uw vrienden of familie. Klik bovenaan het artikel op de link en het artikel wordt per e-mail doorgestuurd.