Toen ik opgroeide als boerenzoon in Noord-Holland lagen de agrarische bijbaantjes bijna voor het oprapen. Zo heb ik zomers lang met veel plezier gewerkt bij een bloembollenkweker die landbouwgrond huurde bij mijn ouders. Niet zo verwonderlijk aangezien in West-Friesland, de Wieringermeer, Texel en het Land Zijpe tezamen het afgelopen jaar volgens het CBS meer dan 12.000 hectare voor de bollenteelt in gebruik was, met de tulp als meest geteelde bol.
De tulp is dan ook al jarenlang een belangrijk exportproduct van Nederland, waarvan de exportwaarde tussen 2010-2015 met circa 7% toenam tot €900 mln. Ook is de tulp een van de bekendste nationale symbolen van Nederland, wellicht ook als gevolg van de beruchte Tulpenmanie in de Gouden Eeuw, waarbij op het hoogtepunt bloembollen voor ongeveer evenveel geld als een Amsterdams grachtenpand werden verkocht, totdat de markt op 3 februari 1637 compleet instortte. Inmiddels doemt er een manie op die door de Financial Times met deze vervlogen tijden wordt vergeleken, namelijk die van knoflook. China is goed voor meer dan 80% van de wereldwijde knoflookexport en heeft de prijzen van deze ‘stinkende roos’ als gevolg van een slechte oogst en speculatie in een jaar tijd meer dan zien verdubbelen.
Joey Dean van de Amsterdamse groente- en fruithandelaar Denimpex vertelde onlangs tegenover onder meer de Financial Times en RTLZ dat het momenteel in China onmogelijk is om knoflook in te kopen. China zag in 2009 en 2010 ook al de prijzen stijgen nadat speculanten knoflook opkochten en uit data van Mintec blijkt dat de prijzen nu nog hoger staan. Of de Chinese knoflook uiteindelijk hetzelfde lot zal ondergaan als tulpen in de Gouden Eeuw valt te bezien.
Lees ook: Column: Apotheose nadert
Wie mag dit artikel niet missen? U kunt als abonnee dit artikel cadeau geven aan uw vrienden of familie. Klik bovenaan het artikel op de link en het artikel wordt per e-mail doorgestuurd.
