Beleggers en analisten reageerden wat negatief op de kwartaalcijfers van Beter Bed. Vooral de zwakke prestatie in Duitsland baart zorgen.
De beurskoers van Beter Bed staat al langer onder druk en het verslag over het eerste kwartaal heeft de onrust verder aangewakkerd. Het bedrijf uit Uden overhandigde een op zich keurige autonome omzetgroei van 4,4%. Probleem is dat een sterke 17,1% omzetgroei in Nederland (30% van de concernomzet) vergezeld wordt met een opvallende daling van 3,4% in de belangrijkste afzetmarkt Duitsland (60% van de concernomzet). Beter Bed wijst naar een verschuiving van koopdagen in Duitsland en naar de vergelijkingsbasis: een autonome groei van 10,9% in het eerste kwartaal van 2015. In Nederland profiteert het bedrijf juist van de sterke woningmarkt.
In het laatste kwartaal van 2015 was er al zo’n tweedeling, alleen is de omzetdaling in Duitsland nu ruim twee keer zo hoog. In de meeste andere landen groeide Beter Bed wel sterk, uitgezonderd Zwitserland (-5,0%). De brutomarge nam met 0,2% toe tot 56,7%, in lijn met eerdere uitspraken maar niet overtuigend. Wat we de laatste tijd ook zien is dat Beter Bed meer kwijt is aan onder meer marketing en verbouwingen. Dit resulteert in een stijging van de kosten per winkel. De stijging van de ebitda met €1 mln tot €12,7 mln kwam daardoor lager uit dan analisten hadden verwacht. Beter Bed rekent erop dat in de tweede jaarhelft de per saldo stijgende lijn wordt voortgezet. Het is afwachten of Duitsland weer kan aanhaken.
Lees ook: Volop werk aan de winkel voor Beter Bed