De AEX was afgelopen week zeker niet de enige hoofdgraadmeter die het hoogste punt van 2016 tot nu toe bereikte. Ook in Londen en New York zetten respectievelijk de FTSE100, de Dow Jones en de breed samengestelde S&P500 in de voorbije dagen de beste slotkoers van het jaar neer. En datzelfde gebeurde op de beurzen van economieën die door de olieprijs worden gedreven, zoals Rusland en Brazilië. Maar van de belangrijke hoofdindices op het Europese vasteland is de AEX met +3,3% dit jaar tot nu toe wel de enige die helemaal is hersteld van de grote koersdalingen in de eerste zes weken van 2016. Onder meer de Franse CAC (-1,5%), de Duitse DAX (-3,7%), de Belgische Bel20 (-5,5%), de Spaanse IBEX (-6,0%), de Zwitserse SMI (-7,6%) en de Griekse ASE (-8,3%) hebben nog wel een of meerdere goede weken nodig totdat beleggers dit jaar geld gaan verdienen. En op veel beurzen in Azië is 2016 nog steeds een inktzwart jaar met rendementen dit jaar tot nu toe van -11,3% voor de Japanse Nikkei en -14,0% voor de Shanghai Composite.
Maar blijven aandelenbeleggers zo optimistisch als de voorbije dagen, dan gaat het wel snel. Met slotkoersen van dinsdag rendeerden afgelopen week vooral de achterblijvers van het eerste kwartaal uitstekend, zoals de genoemden ASE (+4,6%), SMI (+4,7%), IBEX (+5,0%), CAC (+5,1%), Nikkei (+5,9) en DAX (+6,0%). En als we die laatste index onder de loep nemen, valt des te meer op dat we momenteel een typische herstelrally beleven. De grootste verliezers over dit jaar tot nu toe, behoorden de afgelopen week tot de grote winnaars, zoals Deutsche Bank (+11,9%), BMW (+10,3%) en Commerzbank (+9,1%). Van dit trio volgen we alleen Deutsche Bank op de voet, nu met een houdadvies. Later deze week gaan we overigens uitgebreid in op de koopkansen die de Duitse markt Nederlandse particuliere beleggers te bieden heeft. Een ander opvallend element aan de huidige herstelrally, is dat China nauwelijks meedoet. Het beste wat we over de Shanghai Composite kunnen zeggen, is dat de Chinese hoofdgraadmeter langzaam stabiliseert.
De herstelrally van de laatste weken, die half februari voorzichtig inzette en de afgelopen weken steeds meer vaart kreeg, werd en wordt vooral gedreven door het herstel van de olieprijs en de overigens wisselende berichten over de groei van de wereldeconomie. Onder dat gesternte nemen beleggers doorgaans ook iets welwillender kennis van de cijfers over het eerste kwartaal die sinds vorige week aan beide kanten van de Atlantische Oceaan beginnen los te komen. Maar ook daarop zijn uiteraard uitzonderingen, zoals bij Tesco dat vorige week de eerste omzetgroei sinds vele kwartalen rapporteerde, maar dat door tegenvallende winstverwachtingen afgelopen week desondanks met -7,4% afsloot (sinds vorige week hanteren wij een koopadvies voor de Britse grootgrutter). En ook SAP, dat vorige week waarschuwde dat de eerstekwartaalcijfers lager zullen uitvallen, behoorde met +3,8% afgelopen week tot de achterblijvende fondsen binnen de jubelende DAX. En op Wall Street bezorgden de cijfers van IBM (-3,7% over de afgelopen week) beleggers een koude douche. Daarentegen vielen in Europa de kwartaalrapportages van L’Oréal (+9,1%), Carrefour (+7,7%), Nestlé (+5,4%) en Roche (+4,3%) de afgelopen week wel in goede aarde bij beleggers. Per saldo is het cijferseizoen dus goed begonnen.
De komende weken zullen de olieprijs en de kwartaalcijfers de richting van de aandelenmarkten blijven bepalen, waarbij Nederlandse particuliere beleggers geen uitstapjes naar Azië of Zuid-Amerika hoeven te maken in hun zoektocht naar rendement. Zowel Nederland als de rest van Europa en de Verenigde Staten blijven volop koopkansen bieden voor de komende twaalf maanden.
Lees ook: Positieve stemming terug op beurs