Eind oktober vorig jaar lanceerde de uiterst zwak presterende Franse luchtvaartmaatschappij Air France eindelijk een hard saneringsplan, tot groot ongenoegen van de vakbonden en het personeel. Met name de duur betaalde Franse piloten lagen dwars. Air France wilde 2900 banen schrappen, waaronder die van 300 piloten. In eerste instantie via een vrijwillige vertrekregeling, anders via gedwongen ontslagen. In het voorstel dat nu aan de vakbonden is voorgelegd, ontbreekt de dreiging van een ingrijpende sanering indien de onderhandelingen zouden mislukken, en zullen er zeker tot juni 2018 geen gedwongen ontslagen vallen. Bovendien wordt er niet meer gerept over het staken van 10% van de langeafstandsvluchten. Sterker, in plaats van het aan de grond houden van vliegtuigen, is het zelfs de bedoeling dat de vloot wordt uitgebreid. Tussen 2017 en 2020 zouden er jaarlijks twee vliegmachines bijkomen, waarbij het totaal aantal op zeven zou liggen. Volgens de topman van Air France, Frédéric Gagey, houdt dit verband met gunstigere vooruitzichten, met name als gevolg van de fors gedaalde olieprijs.
Ondanks de mildere toon van de directie, is het de vraag of de vakbonden het nieuwe voorstel zomaar zullen accepteren. Het plan gaat ervan uit dat duizend personeelsleden vrijwillig zullen vertrekken, en verlangt van de blijvende werknemers dat ze 10% meer uren gaan maken.