Aandelen versus obligaties: ‘the battle’
Aandelen in vooral de VS, maar ook in Europa hebben het dit jaar goed gedaan. Afgaand op de rendementen op aandelen versus die op obligaties zit er nog meer in het vat.
Goed gespreide beleggers hebben dit jaar een raar gevoel overgehouden aan de financiële markten. Ze werden geconfronteerd met grote stijgingen van de aandelenbeurzen in Europa en de VS, maar tegelijkertijd zien ze toch hun portefeuilles niet of slechts in bescheiden mate vooruit gaan. Dat komt doordat obligaties (met uitzondering van highyieldobligaties in Europa en de VS) en de opkomende markten daalden.
Maar zelfs binnen de goed presterende Amerikaanse en Europese aandelen zijn er dit jaar grote verschillen. Sectoren als materialen (met subsector mijnbouwbedrijven als het zwakste jongetje uit de klas), nutsbedrijven en energie behoren niet tot de best presterende sectoren. Een belegger heeft pas echt geprofiteerd van aandelen als er belegd is (geweest) in de cyclische consumentengoederen.
Vooral obligaties uit de opkomende markten, ook wel EMD (Emerging Market Debt) genoemd, hebben in 2013 stevige correcties doorgemaakt. Dat gold met name voor obligaties luidende in lokale valuta’s, zeg maar de leningen in roepies, lira et cetera. Veel opkomende valuta’s daalden tegenover de dollar en de dollar daalde dit jaar ook nog eens tegenover de euro.
Ook diverse andere alternatieve beleggingscategorieën hebben het moeilijk. Grondstoffen en de door mij geliefde Managed Futures/ CTA’s bijvoorbeeld. Deze laatste hebben het vooral door de lage rente en het gebrek aan volatiliteit op de aandelenmarkten lastig. De Dow Jones Credit Suisse Managed Futures staat dit jaar op een rendement van -4,66%, in dollars wel te verstaan, omgerekend naar euro’s nog minder dus.
De grote rotatie
Over de grote rotatie, ofwel het inruilen door beleggers van obligaties voor aandelen, heb ik verschillende malen geschreven. Begin dit jaar schreef ik dat er ruimte was voor die rotatie. In onderstaand plaatje is te zien dat er dit jaar voor het eerst in drie jaar weer netto-instroom in Amerikaanse aandelenfondsen heeft plaatsgevonden. De blauwe staafjes zijn boven nul komen te liggen.
-
Lees op inmaxxa.nl: De grote rotatie; mythe of werkelijkheid?
In onderstaande figuur is te zien dat de cumulatieve instroom in Amerikaanse aandelen (blauwe lijn) eigenlijk vanaf eind 2012 weer wat is op gaan lopen. Nog steeds is er over een periode van vijf jaar gezien sprake van netto-uitstroom, maar het plaatje begint er wel weer wat gunstiger uit te zien. De groene lijn (cumulatieve instroom in obligaties) neemt af. Een mooi teken dat de grote rotatie inderdaad aan de gang is.
Of de grote rotatie doorzet en aandelen verder kunnen stijgen zal in de komende columns verder worden toegelicht, nu alvast twee interessante plaatjes als schot voor de boeg. Aandelen hebben wereldwijd nu een hoger dividendrendement dan de rente op staatsleningen (behalve voor de VS). Natuurlijk schommelen de koersen van aandelen meer dan die van obligaties, maar beleggers die voor ‘yield’ kiezen en een langere beleggingshorizon hebben, zouden aandelen moeten overwegen.
Aan de minkant, en dat geldt vooral voor Amerikaanse aandelen staat een plaatje dat de relatieve prestaties laat zien van Amerikaanse aandelen (S&P500) versus de Amerikaanse Treasary op 200-daagsbasis. Gemiddeld genomen presteren aandelen over zo’n periode 1,84 procentpunt beter dan staatsobligaties. Soms zijn er periodes dat aandelen veel beter presteren over 200 dagen. Nu bijvoorbeeld, Amerikaanse aandelen hebben het ruim 30 procentpunt beter gedaan dan obligaties.
Dat is veel. Het verschil kan nog groter worden, zoals eind jaren negentig of eind 2009, maar vaak slaat de pendulum swing weer de andere kant op, ofwel gaan obligaties weer een tijd relatief beter presteren dan aandelen. Financiële markten hebben namelijk duidelijke kenmerken van ‘mean reversion’, ofwel het steeds weer teruggaan naar het gemiddelde. Dat wil niet zeggen dat zo’n tijdelijke correctie van in dit geval Amerikaanse aandelenmarkten, om het evenwicht als het ware weer te herstellen, een stijging op de langere termijn in de weg staat.
Bron: Bespoke
Harry Geels is econoom en directeur Research en partner bij Inmaxxa Vermogensbeheer in Naarden (www.inmaxxa.nl). Daarnaast is hij hoofdredacteur van Traders Club Magazine (TCM) (www.tradersclub.nl) en partner van de ML Finance Academy (www.mlfa.eu). De informatie in deze opinie is niet bedoeld als individueel beleggingsadvies of als aanbeveling tot het doen van bepaalde beleggingen. De standpunten en vooruitzichten van Geels geven zijn persoonlijke mening weer.
Goed gespreide beleggers hebben dit jaar een raar gevoel overgehouden aan de financiële markten. Ze werden geconfronteerd met grote stijgingen van de aandelenbeurzen in Europa en de VS, maar tegelijkertijd zien ze toch hun portefeuilles niet of slechts in bescheiden mate vooruit gaan. Dat komt doordat obligaties (met uitzondering van highyieldobligaties in Europa en de VS) en de opkomende markten daalden.
Maar zelfs binnen de goed presterende Amerikaanse en Europese aandelen zijn er dit jaar grote verschillen. Sectoren als materialen (met subsector mijnbouwbedrijven als het zwakste jongetje uit de klas), nutsbedrijven en energie behoren niet tot de best presterende sectoren. Een belegger heeft pas echt geprofiteerd van aandelen als er belegd is (geweest) in de cyclische consumentengoederen.
Vooral obligaties uit de opkomende markten, ook wel EMD (Emerging Market Debt) genoemd, hebben in 2013 stevige correcties doorgemaakt. Dat gold met name voor obligaties luidende in lokale valuta’s, zeg maar de leningen in roepies, lira et cetera. Veel opkomende valuta’s daalden tegenover de dollar en de dollar daalde dit jaar ook nog eens tegenover de euro.
Ook diverse andere alternatieve beleggingscategorieën hebben het moeilijk. Grondstoffen en de door mij geliefde Managed Futures/ CTA’s bijvoorbeeld. Deze laatste hebben het vooral door de lage rente en het gebrek aan volatiliteit op de aandelenmarkten lastig. De Dow Jones Credit Suisse Managed Futures staat dit jaar op een rendement van -4,66%, in dollars wel te verstaan, omgerekend naar euro’s nog minder dus.
De grote rotatie
Over de grote rotatie, ofwel het inruilen door beleggers van obligaties voor aandelen, heb ik verschillende malen geschreven. Begin dit jaar schreef ik dat er ruimte was voor die rotatie. In onderstaand plaatje is te zien dat er dit jaar voor het eerst in drie jaar weer netto-instroom in Amerikaanse aandelenfondsen heeft plaatsgevonden. De blauwe staafjes zijn boven nul komen te liggen.
-
Lees op inmaxxa.nl: De grote rotatie; mythe of werkelijkheid?
In onderstaande figuur is te zien dat de cumulatieve instroom in Amerikaanse aandelen (blauwe lijn) eigenlijk vanaf eind 2012 weer wat is op gaan lopen. Nog steeds is er over een periode van vijf jaar gezien sprake van netto-uitstroom, maar het plaatje begint er wel weer wat gunstiger uit te zien. De groene lijn (cumulatieve instroom in obligaties) neemt af. Een mooi teken dat de grote rotatie inderdaad aan de gang is.
Of de grote rotatie doorzet en aandelen verder kunnen stijgen zal in de komende columns verder worden toegelicht, nu alvast twee interessante plaatjes als schot voor de boeg. Aandelen hebben wereldwijd nu een hoger dividendrendement dan de rente op staatsleningen (behalve voor de VS). Natuurlijk schommelen de koersen van aandelen meer dan die van obligaties, maar beleggers die voor ‘yield’ kiezen en een langere beleggingshorizon hebben, zouden aandelen moeten overwegen.
Aan de minkant, en dat geldt vooral voor Amerikaanse aandelen staat een plaatje dat de relatieve prestaties laat zien van Amerikaanse aandelen (S&P500) versus de Amerikaanse Treasary op 200-daagsbasis. Gemiddeld genomen presteren aandelen over zo’n periode 1,84 procentpunt beter dan staatsobligaties. Soms zijn er periodes dat aandelen veel beter presteren over 200 dagen. Nu bijvoorbeeld, Amerikaanse aandelen hebben het ruim 30 procentpunt beter gedaan dan obligaties.
Dat is veel. Het verschil kan nog groter worden, zoals eind jaren negentig of eind 2009, maar vaak slaat de pendulum swing weer de andere kant op, ofwel gaan obligaties weer een tijd relatief beter presteren dan aandelen. Financiële markten hebben namelijk duidelijke kenmerken van ‘mean reversion’, ofwel het steeds weer teruggaan naar het gemiddelde. Dat wil niet zeggen dat zo’n tijdelijke correctie van in dit geval Amerikaanse aandelenmarkten, om het evenwicht als het ware weer te herstellen, een stijging op de langere termijn in de weg staat.
Bron: Bespoke
Harry Geels is econoom en directeur Research en partner bij Inmaxxa Vermogensbeheer in Naarden (www.inmaxxa.nl). Daarnaast is hij hoofdredacteur van Traders Club Magazine (TCM) (www.tradersclub.nl) en partner van de ML Finance Academy (www.mlfa.eu). De informatie in deze opinie is niet bedoeld als individueel beleggingsadvies of als aanbeveling tot het doen van bepaalde beleggingen. De standpunten en vooruitzichten van Geels geven zijn persoonlijke mening weer.