Beurs & Economie | Weinig paden leiden naar lagere inflatie
De economische groei komt in steeds meer landen tot stilstand en de prijzen van producten en goederen rijzen de pan uit. Ze worden geraakt door de gevolgen van de oorlog in Oekraïne, meer bepaald door de hoge energieprijzen. De prijzen van grondstoffen waren voor de Russische invasie al gestegen. De coronapandemie deed de logistieke aanvoerketens al piepen en kraken, maar nu rijzen de prijzen de pan uit.
In april nam de inflatie in de eurozone toe tot 7,5%, in Nederland zelfs 11,2%. Tegelijkertijd lijkt de economische groei in de eurozone tot stilstand te komen. De Franse economie tekende in het eerste kwartaal van 2022 een nulgroei op. Voor Duitsland was dat 0,2%, op jaarbasis, in Italië was er in de eerste drie maanden van dit jaar zelfs sprake van een krimp van -0,2%. En in de Verenigde Staten, daar liep de inflatie in het eerste kwartaal op tot 8,6% en toonde de economie verrassend een krimp van -1,4% op jaarbasis.
Stagnatie plus inflatie maakt stagflatie. De gevolgen van stagnatie zullen vooral te zien zijn in een structureel hoge werkloosheid. Dat duidt op een onderbenutting van de productiecapaciteit, matige investeringsuitgaven, schaarse bankkredieten voor private investeringen, tekorten op de handelsbalans en een afbouw van de industrie.
De hoge inflatie van de laatste maanden ondermijnt de koopkracht van gezinnen. De prijzen voor energie, grondstoffen en levensmiddelen stijgen, terwijl de lonen niet langer toereikend zijn tot het einde van de maand. En er komen de volgende maanden zeker nog meer prijsverhogingen aan. Het gevolg is een permanent verlies van de koopkracht, want al volgt het salaris de stijging van het prijzenpeil, dat gebeurt doorgaans met een vertraging van een jaar.
Geen lachertje
Het is nog niet zover, maar het is toch bang afwachten. Stagflatie is geen lachertje. De laatste keer dat we een recessie met hoge prijzen meemaakten, was in de jaren zeventig. Neem de oplopende inflatie. Tweecijferige geldontwaarding is fors. Sterker nog, het is na een lange periode van dreigende deflatie en onorthodoxe ruimhartige maatregelen van centrale banken een schok voor de koopkracht. Iedereen die geen alternatief heeft voor gas en benzine is de klos. Voor veel consumenten gaat nu de pijn aan de pomp boven de prijs van het klimaat.
Wat de situatie extra precair maakt, is dat Rusland een belangrijke leverancier is van olie, gas en metalen. Oekraïne en Rusland zijn ook grote producenten van voedingsgrondstoffen. Verdere ontwrichtingen aldaar zijn waarschijnlijk, met als gevolg verdere energie- en voedingsinflatie.
De oorlog in Oekraïne is duidelijk een domper op het economische herstel. Het is zo goed als onmogelijk te voorspellen hoe het wapengekletter in Oost-Europa verder zal evolueren. Tegelijkertijd werpt het Chinese coronabeleid een schaduw op de mondiale economie. De door de pandemie ernstig verstoorde aanvoerketens kregen begin dit jaar door de oorlog een nieuwe opdoffer, nu verergeren de draconische maatregelen van Peking opnieuw de logistieke problemen in de aanvoerketens van producten en goederen.
Nu de wapens kletteren in Oekraïne, rijst de vraag in welke mate monetaire overheden zullen vasthouden aan hun restrictief beleid. De Amerikaanse centrale bank zinspeelde al meermaals op meerdere renteverhogingen vanaf maart, maar remt dit niet de economische groei te veel af? Zo doemt het stagflatiespook uit de jaren zeventig weer op. De centrale banken staan tussen twee vuren. Als ze te veel op de rem staan, dreigt de economie stil te vallen en als ze te weinig ingrijpen, loopt de inflatie verder op.
Pad naar lagere inflatie
Weinig paden leiden naar lagere inflatie, maar als de geldontwaarding daadwerkelijk voor langere tijd een rem zet op de economische groei, dan zijn de vette jaren voor aandelen voorbij. Stijgende rentevoeten zijn niet alleen fnuikend voor de bedrijfswinsten, ze doen ook de koersen van obligaties dalen. Eigenlijk kan alleen de overheid stagflatie aanpakken. Zij kan dit doen door de belastingdruk voor de minst getroffen groepen te verhogen en met de extra inkomsten de zwaarst getroffenen te compenseren.