Twee duurzame beleggingstrends voor 2022

Het is nog te vroeg om te zeggen of we aan de vooravond van een nieuwe ‘Roaring Twenties’ staan, zoals sommige experts voorspellen. Er is zeker gegronde reden voor twijfel. De productiviteit daalt als gevolg van verstoringen in de waardeketen door nieuwe coronavarianten en het onzekere en chaotische proces van werknemers die gedeeltelijk terugkeren naar kantoor. Maar ondanks deze tegenslag, ben ik als duurzame belegger enorm optimistisch over het komende decennium. Ik zie met name twee zaken waar beleggers mijns inziens optimistisch over zouden moeten zijn in 2022.

De eerste is energie, een fundamentele voorwaarde voor economische groei omdat alle fysieke technologie – van datacenters tot fabrieken – energie nodig heeft om te opereren. Decennialang steeg de hoeveelheid beschikbare energie per inwoner. Tot begin jaren zeventig. Het brede verzet tegen de volgende grote innovatie, kernenergie, bracht de trend tot staan en hierdoor werd het veel moeilijker om te innoveren. Een bijkomstig nadeel was dat vervuilende energiebronnen langer in gebruik bleven, met alle schadelijke uitstoot van dien. Daar merken we nu nog steeds de gevolgen van, omdat deze uitstoot bijdraagt aan de opwarming van de aarde en de volksgezondheid schaadt.

Het is dan ook niet vreemd dat duurzame beleggers de afgelopen jaren fors hebben geïnvesteerd in het weer op gang helpen van de energierevolutie. Met groot succes. Hernieuwde interesse in kernenergie en goedkope zonne- en windenergie, in combinatie met goedkope opslag, zorgen ervoor dat we aan de vooravond staan van de eerste grote aanhoudende daling van elektriciteitskosten in meer dan een halve eeuw.

Het wordt nu dus tijd om na te denken over de mogelijkheden van goedkope, schone elektriciteit. Voor de oplettende belegger liggen die logischerwijs in investeringen die lange tijd te duur waren vanwege het energiegebruik dat ermee gemoeid was. Denk hierbij aan ontzilting, goedkope bullet-treinen, goedkope schone vliegreizen, recycling, koolstofverwijdering, opruimen van giftig afval, milieuvriendelijke mijnbouw en de massaproductie van veel next-gen materialen. Maar dit is pas het begin. Een nieuwe energierevolutie kan onze wereld veranderen op manieren die ik nu nog niet kan bedenken.

Kracht van de natuur

Een tweede ontwikkeling die mij optimistisch stemt ligt op het vlak van de biologie. De natuur heeft vaak de beste oplossing voor een probleem al bedacht, alleen waren wij mensen nooit in staat om deze oplossing te repliceren. Vandaar dat we onze toevlucht namen tot synthetische toepassingen, vaak gebaseerd op olie. Deze oplossingen waren goedkoop en makkelijk te produceren. Ze zijn echter ook enorm vervuilend. We lopen inmiddels tegen de limieten aan van bijvoorbeeld ons gebruik van plastics en ons gebruik van poly- en perfluoralkylstoffen (PFAS). Tijd dus om de kracht van de natuur in te schakelen.

We staan ​​aan het begin van een nieuw tijdperk, waarin biologie is verschoven van empirische wetenschap naar een technische discipline. Van ‘eureka!’ naar gecontroleerde uitkomsten. Door middel van biologische engineering kunnen we aansluiten bij natuurlijke processen om deze te herontwerpen, op te schalen en te transformeren.

Ons vermogen om de kracht van de natuur te gebruiken zal de wereld om ons heen veranderen. Dit decennium begon met mRNA-vaccins die ontelbare mensen hebben beschermd tegen een wereldwijde pandemie. En mRNA belooft vaccins voor alles, van malaria tot verschillende soorten kanker en allerlei andere ziekten. Maar dit is slechts één van de vele bio-doorbraken die nu pas werkelijkheid worden. De lijst met mogelijkheden is eindeloos: van industriële toepassingen om olie door schimmels te vervangen, tot medische toepassingen zoals ‘brain-computer interface’, cel- en gentherapie en neurotechnologie. Bij het versnellen van al deze innovaties tot een ware biorevolutie kan het kapitaal van beleggers een belangrijke rol spelen.

We zouden weleens aan het begin kunnen staan van een heel innovatief decennium.

Martijn Kleinbussink is fondsbeheerder bij Kempen Capital Management.