CO2-handboek voor beleggers
Als aandeelhouder je verantwoordelijkheid nemen ten aanzien van het klimaat is verre van eenvoudig. Klimaatrisico’s zijn niet altijd duidelijk, en zelfs als dit wel zo is, kan het soms jaren duren om verandering teweeg te brengen. Dit leidt er nogal eens toe dat beleggers gefrustreerd afhaken. Zonde. Want als aandeelhouder heeft u wel degelijk mogelijkheden om veranderingen teweeg te brengen die een belangrijke bijdrage leveren aan een duurzamere wereld.
Om de woorden van Bill Gates te lenen, er zijn twee getallen die je als belegger moet kennen wanneer het aankomt op klimaatverandering. Het eerste is 51 miljard, een schatting van de CO2-uitstoot per jaar, gemeten in ton. Het tweede getal is nul. Nul is het doel dat onder andere de Europese Unie heeft gesteld voor de netto CO2-uitstoot per 2050.
Verantwoordelijkheid nemen
Als aandeelhouder ben je mede-eigenaar van een bedrijf. Als je ergens eigenaar van bent, moet je er verantwoordelijkheid voor nemen. Dit geldt dus ook voor de CO2-uitstoot van je investeringen. Je hebt als belegger hierin twee keuzes:
- Vermijd het investeren in bedrijven met een hoge CO2-uitstoot, verkoop de aandelen van zulke bedrijven die je al in portefeuille hebt en investeer juist in bedrijven met lage CO2-uitstoot en bedrijven die technologie ontwikkelen om deze uitstoot te reduceren.
- Ga het gesprek aan met de bedrijven in je portefeuille waarvan de CO2-uitstoot zou moeten worden verlaagd en stuur op verbetering.
Laat ik voorop stellen dat er hier geen goed of fout is. We hebben beleggers nodig die investeren in toepassingen om CO2-uitstoot te reduceren en we hebben beleggers nodig die het gesprek aangaan. Want als het gaat tussen de CO2-uitstoot van je portefeuille, de CO2-uitstoot van de index en de CO2-uitstoot van de planeet aarde, is er uiteindelijk maar één die er werkelijk toe doet. Daarom zullen beleggers en bedrijven moeten samenwerken.
De tweede aanpak kan op korte termijn leiden tot een hoger CO2-gehalte in uw portefeuille, omdat u bewust belegt in bedrijven waar iets moet worden verbeterd. Het kan er ook toe leiden dat u in bedrijven belegt die impopulair zijn bij veel duurzame beleggers, zoals Royal Dutch Shell. Maar het gaat hier om het langetermijndoel: nul uitstoot. Het gaat er niet om direct het groenste jongetje van de klas te zijn.
Framework
Maar hoe pak je zo’n samenwerking dan effectief aan? Graag deel ik een framework, zodat ook u een bijdrage kunt leveren aan het verminderen van de CO2-uitstoot van uw beleggingen. Verandering via samenwerking bestaat uit drie stappen:
- Het is belangrijk om de complexiteit van het vraagstuk te begrijpen. Het proces van decarbonisatie kan contra-intuïtief zijn. Als een bedrijf zijn CO2-uitstoot ziet stijgen, betekent dat niet automatisch dat de totale CO2-uitstoot ook stijgt. Als een bedrijf bijvoorbeeld investeert in het reduceren van CO2-uitstoot, kan de uitstoot op korte termijn toenemen om op langere termijn zeer sterk te dalen. Het systeem is nu eenmaal eindeloos complex. Kijk naar de hele waardeketen en de totale impact van investeringen en maak op basis daarvan een inschatting van de effecten. Uiteindelijk zijn er dan maar heel weinig bedrijven die als echte schurken of als echte heiligen kunnen worden gezien.
- Het stellen van de juiste vragen op de juiste plek. Voordat een decarbonisatie-samenwerking tussen belegger en bedrijf kan beginnen, moeten we weten hoeveel vrijheid de onderneming heeft om zijn verplichtingen na te komen. Hoeveel controle is er over de eigen activiteiten, en hoe groot is de afhankelijkheid van derden? En welke wettelijke vereisten zijn er verder op het bedrijf van toepassing?
- Als laatste kunt u dan de CO2-uitstoot betrekken in uw risico/rendementsafweging. Op die manier kunt u een weloverwogen beleggingsbeslissing maken, zowel wat betreft financiën als klimaat.
Martijn Kleinbussink is fondsbeheerder bij Kempen Capital Management.