Shell vindt aandeelhouders belangrijker dan milieu
Kijken we met wat gezond verstand naar de geplande investeringen, dan kunnen we concluderen dat de transitie naar duurzamere alternatieven wel erg traag gaat. Het is een conclusie die later in het jaar ook werd getrokken door de Haagse rechtbank in een zaak die was aangespannen door Milieudefensie. In mei van dit jaar dwong de rechter Shell namelijk om de CO2-uitstoot versneld te verlagen. Concreet gaat het om een reductie van netto 45% tegen 2030. Daarnaast kreeg de oliereus ook een serieuze inspanningsverplichting opgelegd om de CO2-uitstoot bij zijn leveranciers en afnemers te reduceren. Dit was een flink tik voor Shell.
Het olieconcern liet weten dat de wereld er niet veel mee zal opschieten. Als Shell niet mag produceren, dan doet een andere partij dit wel, luidt de redenering van de oliereus, maar dat is wellicht wat kort door de bocht. De winst van Milieudefensie tegen Shell kan namelijk wereldwijd de deur openen voor nieuwe klimaatzaken tegen andere grote vervuilers, waarbij advocaten het vonnis tegen Shell kunnen gebruiken als voorbeeld.
Het recente nieuws dat Shell zijn Amerikaanse schalietak verkoopt voor $9,5 mrd en de opbrengst niet investeert in duurzame projecten, maar deze voornamelijk gebruikt om de aandeelhouders te belonen, maakt het gebrek aan focus op het klimaat bij de raad van bestuur opnieuw pijnlijk duidelijk.
De rug toe
Van een dergelijk bedrijf wil ik zeker geen aandeelhouder zijn, ook al leek het tijdens de coronacrisis een koopje. Ook het veelgehoorde argument dat de tabakssector decennialang zo’n goede belegging was, ondanks de schadelijke gevolgen van roken, trekt mij niet over de streep. Er is namelijk meer in het leven dan enkel een pot met geld en er zijn voldoende alternatieven om in te beleggen. Ik hoop dan ook dat de partijen waar ik mijn pensioen bij opbouw, op korte termijn het voorbeeld volgen van het PME Pensioenfonds. Dit fonds keerde eerder dit jaar alle olie- en gasbedrijven de rug toe.