Bank of America | Positief over aandeleninkoop oliemajors
De aankondigingen zijn volgens Bank of America Merrill Lynch het bewijs dat de oliemajors de fase van balansreparatie achter zich hebben gelaten. De hervatting van de inkoopprogramma’s is echter niet per definitie goed nieuws voor beleggers in olie-aandelen. In het verleden hebben de oliemajors door gebrekkige timing flinke aandeelhouderswaarde vernietigd met grootschalige inkoop van eigen aandelen.
Op basis van data die teruggaan tot 2000 concludeert BofAML dat de Europese olieconcerns hun eigen aandelen tegen een zo’n 20% hogere koers hebben ingekocht dan de koersen waartegen stockdividenden gemiddeld werden uitgekeerd.
Gefabriceerde groei
Toch ziet de bank drie redenen waarom de aangekondigde aandeleninkoop van olieconcerns aan populariteit zal winnen. Om te beginnen is aandeleninkoop een signaal naar beleggers dat de olieconcerns het herstel van de olieprijs niet zullen gebruiken voor te grote investeringen in de energietransitie. Europese oliemajors hebben hun duurzame investeringen al opgevoerd en BofAM waarschuwt dat deze investeringen weliswaar een lange levensduur en een lage volatiliteit hebben, maar ook een lager rendement. Daardoor zal de groei van de kasstroom van de olieconcerns – zonder hulp van hogere fossiele-grondstoffenprijzen – de komende jaren beperkt zijn.
Om de groei van de jaarlijkse dividendbetalingen onder controle te houden is het terugbrengen van het aantal uitstaande aandelen belangrijk. Door de lage absolute groei van de kasstroom doen de olieconcerns er volgens BofAML verstandig aan zich te richten op de (dividend)groei per aandeel door het aantal uitstaande aandelen te verminderen. Beleggers zijn bereid deze ‘gefabriceerde’ groei van het dividend per aandeel met een hogere waardering te belonen.
Schuldafbouw
De derde reden voor toenemende populariteit van aandeleninkoop is dat hiermee de verwatering van de stockdividenden van de jaren 2015-2020 ruimschoots wordt gecompenseerd. Van de Europese olie-aandelen heeft BP nu het meest ambitieuze uitkeringsprogramma voor zijn aandeelhouders. BofAML berekende dat BP een olieprijs van meer dan $60 per vat (Brent-olie) nodig heeft om de komende jaren de investeringen, dividenden en aandeleninkoop te financieren.
Dat gaat dan echter ten koste van de schuldafbouw, waardoor het risico van gedwongen verkoop van activa – en de bijbehorende kasstromen – stijgt. Mede daarom handhaaft BofAML het verkoopadvies voor BP. De bank heeft wel koopadviezen voor onder meer Royal Dutch Shell, TotalEnergies en Equinox.