Waarom de Chinese vergrijzing beleggers niet mag afschrikken
In Nederland was het lange tijd een volkssport om protest aan te tekenen tegen de hoogte van de WOZ-waarde. Mogelijk moeten we op het internationale speelveld straks opboksen tegen China. Onlangs kwam naar buiten dat de overheid in dat land sterk overweegt om woningbezit te belasten. Op het eerste gezicht lijkt die maatregel niet heel vreemd. Langzaam maar zeker loopt het begrotingstekort op.
Een dergelijke heffing is een goede manier voor de overheid om een graantje mee te pikken van de groeiende welvaart in China. Maar dat is niet het voornaamste doel van de regering in Peking. De maatregel is vooral gericht op het indammen van de speculatie op de lokale markt voor woningvastgoed.
Toestemming voor derde kind
De hoge woningprijzen dreigen namelijk een rem te zetten op de economische groei. Op korte termijn is daar niet veel van te merken. Stijgende vastgoedprijzen vormen een van de motoren achter het economisch herstel van de afgelopen maanden. Maar op de lange termijn vormt een tekort aan woonruimte een belangrijk obstakel voor de groei van de beroepsbevolking. Die bepaalt samen met de productiviteitstoename hoe snel een economie op de lange termijn kan groeien.
In dit opzicht begint de eenkindpolitiek, die pas in 2015 werd afgeschaft, zich steeds meer te wreken. Enkele weken geleden kregen koppels zelfs toestemming om drie kinderen te krijgen. De animo daarvoor lijkt echter niet heel groot. In een lokale poll gaf slechts 1,5% van de ondervraagden aan wat te voelen voor verdere gezinsuitbreiding. Ongeveer 5% wilde er wel over nadenken, terwijl ruim 90% van de Chinezen niet op een derde kind zit te wachten.
Tijd en geld
Behalve hoge woningprijzen, spelen tijd en geld daarbij ook een rol. In veel huishoudens werken beide partners. Bovendien is het in China gebruikelijk om ook voor je ouders te zorgen, die vaak nauwelijks pensioen hebben opgebouwd. Er blijft dan weinig tijd over voor een kind – laat staan twee of drie. Daar komt bij dat er in Aziatische landen heel wat prestige mee gemoeid is om je kind de best mogelijke opleiding aan een hoog aangeschreven universiteit te bieden.
De afgelopen jaren waren educatieve bedrijven die zich ook op bijlessen richten een goede belegging op de Chinese beurs. Totdat de regering plannen ontvouwde om de winsten van dit soort ondernemingen te reguleren en om aanvullende lessen te beperken. Deze maatregelen – die er eveneens op gericht zijn om de drempel voor gezinsuitbreiding te verlagen – haalden de koersen van aandelen in de educatiesector met tientallen procenten onderuit.
Groeiende middenklasse
Als het China al lukt om de bevolkingsgroei aan te wakkeren, gaat het tientallen jaren duren voordat de nieuwe generatie zich op de arbeidsmarkt meldt. Beleggers moeten zich echter niet laten afschrikken door de vergrijzingsgolf die zich in het land aftekent. De groeiende welvaart is voor de resultaatontwikkeling van beursgenoteerde bedrijven voorlopig veel belangrijker dan bevolkingsgroei. Elke dag groeit de Chinese middenklasse met tienduizenden mensen tot circa 550 miljoen volgend jaar, voorspelt consultancyfirma McKinsey. Dat is maar liefst anderhalf keer zoveel als de totale Amerikaanse bevolking. En hoewel China de Verenigde Staten zowel qua omvang van de economie als wat betreft totale beurswaarde naar de kroon kan gaan steken, is daar in de meeste beursindices weinig van te merken.
In de MSCI AC World Index wegen Amerikaanse aandelen voor 57,8% mee. Het gewicht van China bedraagt slechts 4,9%. Het kan dus geen kwaad om de positie in Chinese aandelen – die dit jaar overigens achterblijven bij het koersherstel in de ontwikkelde wereld – verder uit te breiden met een ETF of beleggingsfonds.