De beste sectoren tegen het inflatiespook
Iedere maand houdt Bank of America Merrill Lynch (BofAML) een enquête onder fondsbeheerders, beleggingsstrategen en economen die werken bij institutionele beleggers. In deze enquête meet BofAML het optimisme onder beleggers, de meest favoriete vermogenscategorieën, landen en sectoren én de grootste zorgen. Uit de meest recente editie blijkt dat het coronavirus niet meer het grootste ‘staartrisico’ voor de institutionele beleggers is. Die plek is overtuigend ingenomen door inflatie. Het is dan ook bepaald niet verrassend dat steeds meer beleggingsstrategen zich buigen over de vraag welke beleggingen inflatiebestendig zijn.
Een van de sectoren die in het klimaat van stijgende inflatie(verwachtingen) en stijgende rente zeer goed stand houden, is de lang zo impopulaire Europese banksector. Samen met de autosector is de banksector dit jaar de veruit best presterende onder de twintig door indexaanbieder Stoxx onderscheiden sectoren. Dat betekent echter niet dat bankaandelen ook een goede bescherming tegen verder oplopende inflatie bieden, constateerde Credit Suisse in een recent rapport. Het huidige macro-economische klimaat kenmerkt zich namelijk door herstel van groei, waarbij beleggers er vooralsnog vanuit gaan dat oplopende inflatie van tijdelijke aard is. Dat herstel leidt tot een geleidelijk oplopende lange rente vanaf een laag niveau en in dat klimaat gedijen bankaandelen prima (zie grafiek).
Winstgevendheid
Credit Suisse ziet vooralsnog geen bewijs van een inflatiestijging die de doelstellingen van de centrale banken ruim overtreft. Ook marktinformatie over de inflatieverwachtingen baart de bank nog geen zorgen. Niettemin moet ook Credit Suisse erkennen dat de groei van de geldhoeveelheid in onder meer de VS en de eurozone bovengemiddeld hoog is. Reden genoeg voor de bank om ook de prestaties van Europese en Amerikaanse banken in tijden van meer ‘uit de hand lopende’ inflatie – van zeker 4% per jaar – over de afgelopen zestig jaar in kaart te brengen. Uit dit onderzoek komt een duidelijk negatief verband tussen het rendement op het eigen vermogen van de banken en inflatie naar voren. Volgens Credit Suisse kunnen banken hun winstgevendheid niet voldoende verbeteren om een forse en snelle toename van de inflatie te compenseren.
Ook de koers-winstverhoudingen van banken lijden onder een stijgende inflatie. Een snel oplopende inflatie is vooral ongunstig voor ‘klassieke’ banken met een groot hypothecair kredietboek – zoals die in de Benelux en Duitsland. Hypotheekleningen hebben immers veelal een lange looptijd en een vaste rente terwijl variabele kosten – bijvoorbeeld salarissen – wel oplopen. Bankaandelen zijn daarom aantrekkelijke beleggingen wanneer de economie herstelt en inflatie en rente beginnen op te lopen, maar zijn minder aantrekkelijk wanneer de inflatie ver boven de doelstelling van de centrale banken stijgt.
Grondstoffen
Terwijl Credit Suisse de banksector onderzocht, dook vermogensbeheerder GMO in de prestaties van beleggingen in grondstoffen in perioden waarin de inflatie de 5% oversteeg. Dat onderzoek leverde beter nieuws op voor beleggers. Sinds 1933 zijn er in de VS acht van dergelijke perioden geweest. In zes daarvan lag het rendement van een mandje aandelen uit de sectoren Basismaterialen en Energie hoger dan de inflatie. In alle acht perioden wist dit mandje de S&P500-index bovendien te verslaan.
Het jaarlijks gemiddeld rendement – na inflatie – van de grondstoffenaandelen in deze perioden was 6%, tegen een verlies van 1,6% voor de S&P500, berekende GMO. Mocht de inflatie wereldwijd dus echt uit de hand lopen, dan bieden grondstoffenaandelen een aanmerkelijk betere bescherming dan bankaandelen.