Hoe slechter hoe beter
GameStop, een verkoper van computerspellen, was in de eerste weken van dit jaar de absolute blikvanger op de aandelenbeurs. Het aandeel steeg in januari met maar liefst 1625%. GameStop was daarmee de exponent van een bredere trend waarin financieel zwakke aandelen met grote ‘shortposities’ plotseling enorm sterk stegen. Ook andere, vrij onbeduidende, aandelen met grote shortposities zoals kledingwinkel Express en bioscoopketen AMC Entertainment lieten een spectaculair koersverloop zien.
Uit een analyse van Société Générale van de Amerikaanse Russell2000-smallcapindex blijkt dat aandelen met een zwakke balans – zonder grote shortposities – al langer opvallend sterk presteren. Volgens Société Générale begon de opmars van deze groep aandelen vorig jaar oktober. Deze trend houdt dit jaar onverminderd aan, want Russell 2000-aandelen met een zwakke balans doen het in 2021 zelfs beter dan de Russell 2000-aandelen met de grootste shortposities.
Volgens Société Générale presteerden ook de wat kleinere aandelen met een grote volatiliteit uit de MSCI World Index in de eerste vijf weken van dit jaar opvallend goed. Het past allemaal in het scenario van aantrekkende economische groei waar financieel zwakkere en meer cyclische aandelen het meest van profiteren.
Record
De interesse van beleggers in financieel minder sterke bedrijven is niet alleen zichtbaar op de aandelenmarkt. Ook op de obligatiemarkt zijn deze kwalitatief mindere bedrijven in trek. Dat blijkt onder meer uit de spectaculaire daling van het effectief rendement op risicovolle – high yield – bedrijfsobligaties. Begin vorige week daalde het effectief rendement op de Bloomberg Barclays US Corporate High Yield Index voor de eerste keer onder de 4%. Effectief rendement en koers bewegen tegengesteld, dus het nieuwe laagterecord correspondeert met een hoge koers van de index van deze in dollars uitgegeven high-yieldobligaties.
Bedrijven met een relatief hoge ‘high-yieldrating’, zoals Ford, kunnen dan ook tegen ongekend gunstige voorwaarden financiering aantrekken, zo is de afgelopen weken gebleken. De onderkant van de high-yieldmarkt laat echter ook een opmerkelijke ontwikkeling zien: het extreem risicovolle CCC-segment van de Amerikaanse high-yieldmarkt zag het effectief rendement dalen van bijna 20% in maart 2020 tot ruim 7%. Ook dat is een record.
Instapmoment
Ondanks de grote daling is het effectief rendement van high-yieldleningen nog steeds aanmerkelijk hoger dan dat van solide bedrijfsobligaties of staatsobligaties. Daarom is uitbreiding van de positie in high-yieldobligaties ten koste van die andere obligatiecategorieën best een goed idee, meent ABN Amro MeesPierson. Ook al omdat er relatief veel cyclische bedrijven in de high-yieldindex zijn opgenomen en juist deze bedrijven profiteren van een aantrekkend economisch herstel, aldus de bank.
Deze visie is begrijpelijk. Maar met een effectief rendement van nog geen 4%, een risico-opslag van 325 basispunten en verwachte wanbetalingen van zo’n 5-6% biedt de Amerikaanse high-yieldmarkt nu geen ideaal instapmoment. De rendementen zijn pas echt aantrekkelijk als je deze risicovolle leningen eigenlijk niet in portefeuille wilt hebben. Zo lag in de paniek van de eerste coronagolf, in maart 2020, het effectief rendement van de Bloomberg Barclays US Corporate High Yield Index op 11,7% en bedroeg de risico-opslag 1100 basispunten.
Dát was pas een goed instapmoment, dat in elf maanden tijd tot een rendement van ruim 35% heeft geleid. Maar ja, psychologisch gezien is instappen onder dergelijke omstandigheden nu eenmaal veel moeilijker dan kopen wanneer de markt op volle toeren draait. Zoals nu.