Een nóg grotere oliecrash op komst
Dat komt omdat olie een grondstof is die je moet meenemen als je hem koopt. Wil je geen olie hebben als het moment voor levering daar is, bijvoorbeeld omdat je geen opslagruimte hebt, dan moet je iemand anders overtuigen om het goedje mee te nemen. Er is altijd een prijs, en in april was dat: olie gratis weggeven én $40,32 bijbetalen. Per vat.
Eén van die organisaties die geen olie geleverd willen krijgen is het United States Oil Fund (USO). Deze partij belegt namens particulieren die willen speculeren in olie. Het fonds heeft een beheerd vermogen van $3,7 mrd. De kosten zijn 72 basispunten, wat betekent dat er jaarlijks 27 miljoen dollar aan inkomsten binnenkomt. Dit is een leuk businessmodel, want de eventuele verliezen zijn uiteraard voor de particuliere speculant.
Er kleven echter ook nadelen aan dit bedrijfsconcept. Vlak na de oliecrash besloot USO om niet meer in olie te speculeren die de komende maand leverbaar is, maar leveringen te spreiden over de komende vier maanden. Daarmee moet de druk worden weggenomen dat USO olie moet ophalen die het op dat moment niet wil hebben zodat het geld op die posities moet toeleggen.
De stap van USO heeft de olieprijs doen stabiliseren. Deze onderneming, en alle andere aanbieders van dergelijke beleggingsproducten, zijn namelijk bepalend voor tientallen procenten van de oliehandel. Dat betekent dat een substantieel deel van de oliemarkt wordt gevormd door particuliere beleggers die helemaal geen olie willen hebben.
Speculanten drijven prijs op
Degenen die hiervan het meeste profiteren zijn echter niet de beleggersfirma’s die namens de speculanten de termijncontracten kopen. Het zijn de olieproducenten. Die krijgen immers een veel te hoge prijs voor de olie die zij de komende maanden naar boven halen. De prijs zou een stuk lager zijn als de prijsvorming van olie tot stand zou komen tussen partijen die echt olie nodig hebben, zoals luchtvaartmaatschappijen en olieproducenten. Maar op dit moment wordt de olieprijs voor de komende maanden enkel opgedreven door particuliere beleggers die denken dat de olieprijs is begonnen aan een herstelbeweging. Begin mei kwamen er in de VS elke dag 12,1 miljoen vaten olie naar boven. Dit zou vorige zomer een record zijn geweest. In 2018 kwam de Amerikaans olieproductie voor het eerst boven de 10 miljoen vaten per dag uit.
Tijdens de mei-expiratie zal er hoogstwaarschijnlijk geen oliecrash komen omdat de speculanten uit de meimaand zijn vertrokken en er dus geen verplichte verkopers zijn. Maar ergens in de komende maanden, als oliebeleggers hun posities moeten verkopen omdat ze de olie niet geleverd willen krijgen, is er kans op een nog extremere beweging dan in april. Er is dan immers een nóg grotere zee aan olie, omdat Amerikaanse olieproducten op volle kracht zijn blijven produceren. De opslagtanks zullen tegen die tijd tjokvol zitten en geen enkele olieverbruiker zal dan nog olie willen hebben.
Mijn advies is dus: speculeer niet op een stijging van de olieprijs, want het resultaat zal zwaar tegenvallen.