Bedrijven hamsteren cash
De scherpe daling van de olieprijs dit jaar dwong de grote oliemaatschappijen tot draconische maatregelen. Giganten als Royal Dutch Shell, Exxon Mobil, Total en Chevron kozen voor een vergelijkbare aanpak om de impact van de gecrashte olieprijs te dempen. Investeringen werden teruggebracht, aandeleninkoop opgeschort en kosten bespaard. Daar bleef het echter niet bij. De oliemaatschappijen vulden ook hun cashpositie aan. Zo besloot Royal Dutch Shell een nieuwe kredietfaciliteit van liefst $12 mrd te openen, waardoor de liquide middelen van de oliegigant tot ruim $40 mrd toenamen. Dat was echter niet de enige manier waarop de oliemaatschappijen hun financiële positie aanpasten.
Ze besloten ook voor miljarden euro’s en dollars aan nieuwe obligaties uit te geven. De oliemaatschappijen zijn echter niet de enige bedrijven die de gang naar de obligatiemarkt hebben gemaakt. De afgelopen weken zijn er voor enorme bedragen aan nieuwe solide bedrijfsleningen – ‘investment grade’ genoemd – geplaatst. Volgens kredietbeoordelaar Standard & Poor’s is er in maart voor liefst $261 mrd aan nieuwe bedrijfsobligaties – in dollars – in dit segment uitgegeven. Dat was een opmerkelijke $90 mrd meer dan de vorige recordmaand, januari 2017.
Fenomenaal
Op de markt voor euro-bedrijfsobligaties was het beeld niet anders. Société Générale sprak van een ‘fenomenale maand’ maart, waarin niet-financiële bedrijven voor ruim €48 mrd aan nieuwe leningen hebben geplaatst. In geen enkel ander jaar was het volume van nieuwe leningen in de maand maart zo hoog. En dat terwijl de markten in de eerste twee weken van maart op slot waren door de sterk toegenomen onrust over de uitbraak van het coronavirus. Bedrijven hebben de verloren tijd echter snel goedgemaakt. In de laatste week van maart plaatsten 26 bedrijven 44 leningen voor een bedrag van liefst €38,5 mrd, berekende Société Générale.
Standard & Poor’s houdt niet alleen het volume van de nieuwe leningen bij, maar brengt ook de motieven voor de uitgifte van de nieuwe leningen in kaart. Ruim 90% van de bedrijven gaf verhoging van de liquide middelen of herfinanciering van bestaande schuld als reden voor de uitgifte van nieuwe leningen aan, aldus de kredietbeoordelaar. Dat bedrijven zich op de obligatiemarkt melden is dan ook begrijpelijk, maar waarom zouden beleggers deze leningen kopen?
Voorrang
Een van de redenen is het zekere inkomen dat bedrijfsobligaties uit het investment gradesegment bieden. High yieldleningen zijn immers risicovoller, de kans op niet betalen van coupon of niet aflossen van de hoofdsom is in tijden als deze veel groter dan in het investment gradesegment. Bovendien zijn er naast beleggers nog andere kopers die de markt voor solide bedrijfsobligaties ondersteunen, namelijk centrale banken. Zowel de ECB als de Federal Reserve kan wel investment grade- maar geen high yieldleningen opkopen via de recent aangekondigde steunprogramma’s. Het is dan ook geen toeval dat er afgelopen maand geen nieuwe high yieldleningen in euro’s werden uitgegeven. Volgens Société Générale is de markt voor nieuwe euro-high yieldleningen nu al zes weken gesloten, de langste periode sinds de kredietcrisis in 2008/09.
Voor beleggers vormen solide bedrijfsleningen ook een vervanger voor die andere bron van inkomen – dividend – die steeds onzekerder wordt. Het regent dividendverlagingen, maar de coupon solide bedrijfsobligaties wordt keurig voldaan. De coronacrisis zet beleggers weer op hun plek. Bedrijfsobligaties staan immers hoger in de ‘kapitaalstructuur’ van bedrijven dan aandelen. In crisissituaties heeft de (coupon van) de obligatiebelegger dan ook altijd voorrang op (het dividend van) de aandelenbelegger.