12 Britse aandelen met ‘magic’
De FTSE250 spiegelt de koersontwikkeling van Britse midkapaandelen. Dat zijn (na de multinationals uit de FTSE100) de 250 grootste bedrijven van het Verenigd Koninkrijk. De FTSE250 geeft beter de kracht van de Britse economie weer dan de FTSE100. De hoofdindex van de Londense beurs wordt gedomineerd door bedrijven voor wie de brexit niet zo veel uitmaakt. Zij halen immers twee derde van hun omzet buiten het Verenigd Koninkrijk.
De brexit woog vooral op bedrijven die in eigen land handel drijven. Omdat middelgrote bedrijven in grote mate afhankelijk zijn van de Britse economie, profiteren zij minder van het goedkopere pond en heeft politieke onrust op hen een sterker effect.
Volgens de Britse vermogensbeheerder Schroders is door alle verwarring en onzekerheid rond de brexit de relatieve waardering op de Londense beurs gezakt tot het laagste peil in 30 jaar. Britse aandelen zijn door de bank genomen een derde goedkoper dan op andere beurzen. De analisten van Schroders baseren zich hiervoor op de koers-winstverhouding, de koers/boekwaarde en het dividendrendement. Uitgaande van hun methode zien we echter ook dat niet alle aandelen even goedkoop zijn.
Magic Formula
We bekijken de huidige Britse beurs met de blik van Joel Greenblatt. Hij is de oprichter van Gotham Capital, een succesvol hedgefonds. Deze Amerikaan, die tussen 1998 en 2004 een gemiddeld jaarrendement van ruim 30% binnenharkte, ontwikkelde een vrij eenvoudige beleggingsstrategie, de Magic Formula. Kort samengevat komt het erop neer dat Greenblatt aandelen van goede bedrijven tegen spotprijzen koopt.
Om te achterhalen welke aandelen kansrijk zijn, beoordeelt Greenblatt de waardering van het aandeel en de winstgevendheid van het bedrijf. Aandelen van bedrijven met een hoge rentabiliteit op geïnvesteerd kapitaal zijn enkel interessant als ze ook over een hoog winstrendement beschikken
Stappenplan
Zoals een bijzonder hoogleraar betaamt (Greenblatt doceert aan Columbia Business School in New York) zette hij zijn werkwijze op schrift. In het kleine boekje The Little Book That Beats the Market beschrijft hij de drietrapsanalyse van het selectieproces van de Magic Formula tot in detail.
De eerste stap is de berekening het winstrendement, WR. Analoog aan het dividendrendement wordt de winst per aandeel in procenten weergegeven. Echter, in plaats van de nettowinst en de koers rekent Greenblatt met het bedrijfsresultaat en de waarde van de onderneming. Het bedrijfsresultaat is de netto-omzet minus de daarvoor gemaakte kosten. Het is een cijfer dat de gang van zaken binnen een onderneming beter weergeeft dan de nettowinst. De ondernemingswaarde is de optelsom van de marktkapitalisatie en de nettoschuld. Dit is de geldsom die je op tafel legt als je de onderneming in zijn geheel koopt.
Vervolgens kwantificeert hij de rentabiliteit op geïnvesteerd kapitaal, ROIK. Op zich is dit een verfijning van het rendement op eigen vermogen. Dat is normaliter de ratio van de nettowinst en het tewerkgestelde kapitaal, maar Greenblatt geeft de voorkeur aan het quotiënt van het bedrijfsresultaat en de productiemiddelen (netto-werkkapitaal + netto vaste activa) waarmee een bedrijf zijn winst genereert.
De derde en laatste stap is de ranking. Greenblatt rangschikt de bedrijven op beide criteria afzonderlijk en telt de twee daarna op. Het bedrijf met de beste rankings krijgt de hoogste score, waarna de aandelen met de hoogste totaalscore een jaar lang worden aangehouden.
Kleur bekennen
Met de Magic Formula kun je goedkope aandelen van kwaliteitsbedrijven opsporen. Wanneer je de fundamentele kerncijfers van Britse aandelen tegen het licht houdt, dan kom je tot de volgende selectie.