Aandelen zijn aantrekkelijk maar toch ook weer niet
Waardering
Spreiding is een van de belangrijkste grondbeginselen van beleggen. Misschien niet altijd om het rendement sterk te verbeteren maar dan toch zeker om het risico van de portefeuille te verminderen. Zowel spreiding binnen een bepaalde vermogenscategorie als spreiding van het vermogen over meerdere vermogenscategorieën als aandelen en obligaties wordt aangeraden. Welke categorie de zwaarste weging krijgt verschilt per belegger en hangt natuurlijk ook samen met de waardering van de verschillende vermogenscategorieën. Juist die waardering zadelt beleggers op dit moment met een probleem op. De aandelenkoersen zijn dit jaar in de VS en Europa aanmerkelijk sneller gestegen dan de winsten. Daarmee is de waardering van aandelen flink opgelopen.
Onhoudbaar
Ook op basis van andere waarderingsmodellen zijn aandelen duur, concludeert Société Générale (SG). Volgens een van die SG-modellen heeft de Amerikaanse beurs sinds 1980 in 80% van de tijd een hoger rendementspotentieel gehad dan nu. Ook Morgan Stanley heeft niet al te positieve rendementsverwachtingen voor de Amerikaanse beurs. Niet alleen is de waardering erg hoog maar ook lag de winstgroei de afgelopen jaren ruim boven de historische trend. Dat is onhoudbaar, meent Morgan Stanley. Volgens de broker leveren Amerikaanse aandelen de komende tien jaar een jaarlijks gemiddeld rendement op van slechts 4,9%. Dat is minder dan de 6,2% van de afgelopen twintig jaar en de 9,7% die sinds 1900 is behaald.
Extreem duur
Dat de ene vermogenscategorie duurder is dan de andere en daardoor minder gunstige rendementsperspectieven biedt is niet ongebruikelijk. De oplossing daarvoor is de weging van deze categorie wat te verlagen en die van andere vermogenscategorieën iets te verhogen. Bijvoorbeeld meer obligaties in portefeuille te nemen. Maar daar schiet een belegger in dit geval weinig mee op. Volgens SG zijn westerse staatsobligaties namelijk extreem duur. Morgan Stanley verwacht dat Amerikaanse tienjarige staatsleningen de komende tien jaar een jaarlijks gemiddeld rendement van 2,8% opleveren. Dat is veel lager dan de 4,5% die de afgelopen twintig jaar werd behaald.
Ongunstig startpunt
Voor tienjarige Duitse staatsleningen gaat Morgan Stanley voor de komende tien jaar uit van een jaarlijks gemiddeld rendement van slechts 0,3% tegen zo’n 3,4% over de afgelopen twintig jaar. Dat heeft uiteraard alles te maken met de huidige lage rente, die een ongunstig startpunt biedt voor het toekomstig rendement op staatsobligaties. Voor een portefeuille met de traditionele assetallocatie (60% aandelen en 40% obligaties) is dit allemaal slecht nieuws. Amerikaanse en Europese beleggers met een dergelijke portefeuille hebben de afgelopen tien jaar een veel hoger rendement gehad dan gebruikelijk was. Maar voor de komende tien jaar ligt het verwacht rendement juist duidelijk onder het langetermijngemiddelde, waarschuwt Morgan Stanley.
Lichtpuntje
SG en Morgan Stanley zien echter één lichtpuntje. Want aandelen zijn op zichzelf dan wel duur, maar in vergelijking tot staatsobligaties zijn Amerikaanse maar vooral Europese aandelen heel aantrekkelijk gewaardeerd. Morgan Stanley verwacht bijvoorbeeld dat Europese aandelen de komende tien jaar gemiddeld zes procentpunt per jaar meer rendement opleveren dan tienjarige Duitse staatsobligaties. Dat is meer dan het gemiddelde over de afgelopen vijftig jaar. De boodschap van Morgan Stanley is niettemin helder. Beleggers hebben de afgelopen tien jaar meer rendement gekregen dan gebruikelijk was. Dat er dan mogelijk enkele minder uitbundige jaren volgen is niet verrassend of zorgwekkend, maar is wel iets om in de vermogensplanning rekening mee te houden.